Monat: Mai 2017

Een zoektocht

De Land Rover heeft een speciaal plekje in het hart van E, de man des huizes. Voor mij speelt het sentiment voor een Land Rover veel minder, al vond ik het wel een bijzonder stoere auto na de eerste kennismaking in een ver verleden. Toen we besloten op het eiland in de Atlantische Oceaan te gaan wonen, was het best een probleem om onze ‘Nederlandse’ Land Rover mee te nemen. Je kan een poosje rond blijven rijden met je auto met Nederlands kenteken, maar vroeg of laat geeft dat problemen en we konden niet blijven uitstellen.

De Land Rover hier ‘in te laten burgeren’, had heel wat voeten in de aarde. In de loop der jaren waren er kleine dingen aangepast aan de auto. Een opstapje om makkelijker in en uit de auto te komen bijvoorbeeld en de auto had bestickering. En “dus” klopten de papieren vanuit de fabriek niet meer met hoe hij er nu uit zag. En dat gaf problemen bij de heren van de keuringsdienst alhier.

 

Er werd gemeten met een duimstok, wat we niet echt begrepen. De mannen liepen gewichtig rond de Land Rover. Kropen er zelfs onder, keken ernstig. Vooral de lengte (??) bleek een probleem. Die week af van de papieren die we hadden overhandigd. Tsja, er zat een andere bumper op, die zorgde voor die centimeters verschil. Opgelost zou je denken. Nee….dat kon niet zomaar, ja het verschil in centimeters zat daarin maar dat maakt nog niet dat de auto goedgekeurd is, ben je mal! Een opstap-stepje aan de achterkant hoorde er niet op. Staat ook niet op de fabriekspapieren. Dus ja, nóg een probleem en de stickers. Die horen er ook niet op. Kort en goed: het gaf teveel gedoe.

Dus hebben we de Land Rover in ons laatste verblijf in Nederland ingeruild voor de meest standaard auto die we konden vinden. Online al het een en ander bekeken. In Nederland bekeek ik bijna neurotisch de uiteindelijk gekozen auto. Toch geen gekke dingen erop of eraan? Naast de handige laadruimte die we nodig vonden, moest er vooral niets extra’s aan zitten. Géén extra’s of buitenissigheden, eenvoud only alsjeblieft. Hij moest immers inburgeren en zonder teveel gedoe door de keuring komen. Geen uiterlijk vertoon, alleen een transportmiddel om ons van A naar B te brengen. En zo geschiedde.

Enfin. Het werd een soepgroene Doblo met een flink laadvermogen. Een beetje een deceptie na de stoere Land Rover Discovery. Het leek een soort aquarium, met al die ramen rondom… Maar och, wat was het een trouw karretje en wat kon er veel in! En omdat er ook dakdragers op zaten, konden we daar ook nog veel op kwijt toen we weer vanuit Nederland vertrokken. Al was het geen Land Rover, het soepgroene karretje werd onze trouwe ezel. Hij bracht ons zonder sputteren 2500 kilometer zuidelijker. De langzaam-oplopende snelwegen in Frankrijk en Spanje nam hij op zijn eigen tempo, maar zonder morren. Hij had geen moeite om twee etmalen lang vervoerd te worden in de buik van een groot schip en daarna weer door te tuffen naar de eindbestemming.

Compleet volgeladen op pad!

De invoering en nieuwe kentekenplaten waren toen allemaal in no-time geregeld. De trekhaak gaf nog even ‘una problema’ bij de keuring. Ewold demonteerde ter plekke dat ding vakkundig waardoor de inburgering al snel een feit was. Onze soepgroene ezel deed het goed, zelfs wekelijks naar de andere kant van het eiland was geen probleem. Snorrend deed en doet hij zijn werk. We zien er overigens veel van rijden. Oude, afgetrapte karretjes van oude, verweerde mannetjes die met hun Doblo van het land komen rijden. Vaak ligt de oogst aardappelen los in de achterbak, of grote bossen maisblad. Moeder de vrouw maakt daar weer manden van.

Nieuwere exemplaren rijden hier rond als bestelauto en scheuren in de tweede versnelling krijsend de steile weggetjes op. Blijkbaar doet dit soort autootje het goed op het eiland.
Inmiddels rijden we al een heel poosje met dit autootje rond en komt hij probleemloos door de keuringen heen. Maar het blijft toch een soepgroen ezeltje en blijft de Land Rover lonken…..

Robuust, onverwoestbaar en meer passend bij onze wensen. Je raad het al, een zoektocht is gestart.

De markt

De zondag betekent werken, aan de andere kant van het eiland. Normaal gesproken pakken we de dag er vóór de auto in zodat we zonder veel gedoe op de vroege zondagochtend weg kunnen. De markt in Valle Gran Rey, waarop ik verkoop, staat bekend om de handgemaakte spullen en bijzonder sfeer. Deze markt is het hele jaar rond en begint om 09.00 uur op zondagochtend, tot 15.00 uur ‘s middags. Een schappelijke tijd zou je denken, ware het niet dat wij aan de andere kant van het eiland wonen. Het eiland zelf is ca. 30 kilometer in doorsnee maar de wegen van oost naar west of van noord naar zuid zijn bijna het dubbele.

De weg naar de markt is er één van veel bochten, slingerwegen en hoogteverschillen. Ter plekke volgt het uitladen, uitpakken en opbouwen van het hele spul. Daarna is het eerst tijd voor een kop koffie aan de rand van het pleintje. De uitbater ziet ons vaak al aankomen en schuift dan twee kopjes onder de machine. Lekker, gloeiendhete koffie! Al moet de dag voor velen nog beginnen, wij zijn er helemaal klaar voor! Door deze activiteiten begint onze zondagochtend dus nogal vroeg. Om 6.15 uur gaat onverbiddelijk de wekker en oh, wat vind ik dat erg!

In tegenstelling tot in Nederland is het hier op dat tijdstip nog donker, in de zomer en de winter. Hier geen langzaam vervagen van ‘nacht’ naar ‘dag’. Geen schemer waarbij het om 04.30 uur in de zomer al licht wordt. De schemertijd duurt hier -zomer of winter – niet langer dan een half uur. Van 06.50 tot 07.20 uur in de zomer en in de winter een half uurtje later. Daarna is het licht gewoon ‘aan’. In de avond gaat het licht op dezelfde manier ‘uit’. In de zomer rond 21.30 uur, in de winter is het tegen 19.00 uur donker.

Als we op zondagochtend opstaan, is het dus nog donker. Vaak is de wind behoorlijk aanwezig. Het doet mij denken aan de herfst-ochtenden in Nederland, als je vroeg naar je werk moet. De mooie zomer ligt achter je en je weet dat je onherroepelijk naar de winter schuift. Het geluid van de razende wind kondigt de eerste storm aan. En al is het hier niet zo, toch heb ik vaak dat herfstgevoel op zondagochtend, omdat de wind zo tekeer gaat. Als zomer- en avondmens is het dan altijd even ‘doorbijten’.

De terugweg ziet de wereld er heel anders uit en genieten we van de omgeving en de natuur. Die is adembenemend mooi en maakt de hele knorrige zondagochtend weer goed 🙂