Auteur: Mirjam Polman

De vooruitgang

Dertig jaar geleden was de weg naar het kleine gehucht waar we gaan wonen, nog een zandweg tegen de bergwand aangedrukt. In die tijd werd de weg vooral lopend gebruikt, al dan niet vergezeld door een ezeltje dat werd gebruikt als lastdier. Vooral voor de smalle paadjes naar de wat hoger gelegen huizen of in het dal was zo´n ezeltje heel handig voor de oogst, voor inkopen of voor stookhout. Maar ´de vooruitgang´ hé….. In 2012 verdween het laatste ezeltje.

De weg naar het kleine gehucht werd breder, er kwam zelfs asfalt! Er werden blokken geplaatst en later werd op sommige plekken een heuse vangrail geplaatst. Soms van hout, soms van metaal. De huizen die verder of hoger van de weg lagen maakten kabelbaantjes waaraan een bak of haak bevestigd was, tussen de weg en huis. Hierdoor werd het transport van spullen eenvoudiger en sneller. Sommige kabelbaantjes worden handmatig bediend, anderen zijn elektrisch. De overbuurman is er zélf een keer mee naar de overkant gebracht in zijn eigen bakje, nadat hij zijn been ernstig bezeert had. Hij kon op geen enkele manier van zijn huis, door het dal en dan weer omhoog naar de weg lopen. Wat zal dat een avontuur zijn geweest om in zo´n wiebelbakje over een ravijn te glijden!

Ca. 1993 – het zandpad.
2022 – breder, met asfalt en betonblokken.
Een kabelbaan – met gemak gaat er een eenpersoonsmatras én onderstel mee naar de overkant. Het scheelt een boel gesjouw!

Aan de slag

Bij een huisje wat al bijna 200 jaar staat kan je niet verwachten dat alles loodrecht en haaks is. De eerste bewoners hebben het huisje gemaakt door stenen te stapelen en de ruimtes er tussen op te vullen met steeds kleinere stenen. Het is een huisje waarvan elke steen door mensenhanden op zijn plek is gelegd. Net zolang geschoven totdat de steen het beste tussen de andere stenen paste. En dan weer een steen… en weer één… Net zolang tot er een winddichte muur stond. Soms werd er nog leem tussen gesmeerd om het nóg dichter te maken. De muren zijn daardoor minstens 60 cm dik, ook de tussenmuren. En elke muur heeft wel een bobbel, kuil of uitstulping. Waarschijnlijk omdat de steen die daar gebruikt werd net iets groter of kleiner was.

Bij het afplakken op de grond en langs de kozijnen – als voorbereiding op het schilderen van de muren – vallen de hobbels en bobbels goed op.

Maar wat wordt het mooi als je de muren weer opfrist met een laagje wit!

Geen haakse hoek maar een beetje schuin…
Hier komt de muur wat naar binnen.
De oude kachel / stookplaats
Alles weer mooi wit!!

De Sleutels!

Het was een lange dag met veel wachten, veel documenten en veel handtekeningen maar uiteindelijk was alles getekend en werden we de eigenaar van een lief, klein huisje. Een huisje waarvan de oorsprong tot wel 200 jaar terug gaat, met dikke muren, een laag dak en ligging op het zuiden. Het ligt op een hoogte van ongeveer 450 meter, in de beschutting van een vallei, op een kilometer of 8 van de kust. Het was liefde op het eerste gezicht.

Moe van zoveel documenten, handtekeningen en informatie laten we ons vallen op het dichtstbijzijnde terrasje en bestellen broodjes hamburger met ei. Ons voornemen om feestelijk uit eten te gaan laten we even schieten….

En dan staan we aan de voet van de heuvel waartegen ons huisje ligt, met de sleutels in de hand. Wat hebben we naar dit moment uitgekeken! We waren al weken bezig met de indeling, veranderingen en inrichting en konden er soms maar slecht van slapen.

Het voelt als een magisch moment als we de deuren openen en met een glimlach naar binnen stappen. Die glimlach is de rest van de dag niet meer van ons gezicht gegaan.

Zo halverwege de middag een broodje aan de keukentafel en dan dít uitzicht…… Daar wordt je toch gelukkig van?

Pottenkijker

Bij het inrichten van de winkel hadden we al kennis met hem gemaakt. We hadden al snel in de gaten dat hij van privacy en rust hield en niet zo gesteld was op veel contact met ons. Wij vonden dat prima, waren veel te druk met klanten en de winkel, dus lieten dat zo. In de loop van de weken zagen we hem steeds minder, waarschijnlijk nam hij de benen zodra hij ons in de smiezen kreeg. En, zoals wel vaker gebeurt: uit het oog uit het hart. De kennismaking van de eerste weken had bij ons nog niet zoveel indruk gemaakt, dat wij hem in de daarop volgende tijd echt misten.

Een paar weken terug zaten we op onze werkplek in de winkel aan de koffie en opeens was hij daar, flink uit de kluiten gewassen. Hij kwam even buurten….

Spaans leren

Als je jong bent, leer je vrijwel probleemloos een andere taal. Hoe ouder je wordt, hoe moeizamer het gaat. Een paar woordjes in een vakantieland is leuk maar besluit je in een ander land te gaan wonen, is het toch wel handig als je de basisbeginselen al kent. In Nederland hadden we een aantal maanden Spaanse les. Spaans, zoals op het vasteland wordt gesproken.

Dat blijkt heel wat anders te zijn dan het Spaans wat men op de Canarische Eilanden spreekt. Dat is niet zo gek, de Canarische Eilanden liggen zo´n 1800 kilometer zuidelijker. Nederland is vergeleken met Spanje een klein landje maar zelfs daar is al een groot verschil te horen in Limburg, de Randstad of het Gronings.

Ook andere Spaanstalige landen hebben grote invloed gehad op de taal: er is veel emigratie (geweest) tussen de Canarische eilanden en landen zoals Cuba en Venezuela. Hele families trokken weg, met de hoop op een nieuwe en misschien betere toekomst aan de horizon. Sommige families kwamen na generaties weer terug, in de hoop hier rust, of (opnieuw) een betere toekomst te vinden. Logisch dat dan in de loop van tijd het leven op de eilanden doorspekt raakt met andere Spaanse woorden dan het klassieke Spaans.

In de eerste maanden leerden we al snel Jesus en Diana kennen. Ze kwamen beiden uit Madrid. Hij muziekleraar, zij Engelse lerares. Ze wonen inmiddels weer in Madrid maar ze hebben ons i rap tempo zoveel Spaans geleerd. Diana gaf ons in eerste instantie Spaanse les, ongeveer op de manier zoals we het ook in Nederland hadden. Al snel zagen we elkaar vaker en spraken we af voor koffie op een terras of gingen we samen sporten. Hierdoor leerden we het Spaans in de praktijk in plaats van in de schoolbanken. En dat leert veel sneller!

In die tijd ontstond het idee om eenmaal per maand gezamenlijk te koken. Bij ons kookten wij Spaans en bij hen in de keuken zetten zij een Nederlands gerecht op tafel. Althans, we probeerden het. Want zo makkelijk is het niet om de keuken van een nieuw land te leren kennen. Diana en Jesus hadden hierin een achterstand, want sommige Nederlandse ingrediënten zijn hier onbekend (lees: niet te koop).

Ik kocht Spaanse kook-tijdschriften en aan de hand van foto’s en de ingrediënten kwam ik al een heel eind. Wat ook heel goed hielp was om naar kookprogramma´s op tv kijken. Groenten en fruit werd meerdere keren in de hand genomen, close up in beeld gebracht en uitgesproken. Zanahoria (wortel) en Puerro (prei) waren lange tijd mijn favoriete woord.

Er was over en weer verbazing over bereiding: in de Nederlandse keuken worden niet zoveel kruiden gebruikt, laat staan knoflook. De Spaanse keuken staat er bol van! Maar ook hilariteit: zo kregen we eens bij de andijviestamppot 30 zelfgemaakte kroketten voorgeschoteld, want ze hadden gelezen dat kroketten favoriet waren in Nederland…. Het waren er veel maar ze smaakten heerlijk!

Veel bananen

Bij het opruimen van het huis (als voorwerk voor de werkelijke verhuizing) proberen we overtollige zaken zoveel mogelijk een tweede thuis te geven. Er gaat een foto via WhatsApp naar vrienden en bekenden met de vraag of ze het kunnen gebruiken, of ik zet het online op een soort lokale marktplaats.

Zo ging er een handige opklapbare tafel naar de nieuwe eigenaar en bracht iemand een paar weken daarna wat bananen brengen als dank. Nou ja, wát bananen…. Het was een boodschappentas vol.

Het is bij elke fruitsoort; als je een appelboom hebt, heb je in heel korte tijd heel veel rijpe appels. Zo is het ook met de bananen. Ze worden (bijna) allemaal in één keer rijp. Toch zaten in onze tas ook heel groene bananenkammen. Het was het resultaat van een week vol harde wind waardoor sommige topzware bananenplanten waren bezweken, ook al werden ze gestut. Gelukkig was er slechts één kam rijp, waar we meteen heerlijk van konden smullen. De rest ging in een schaal “in de wacht” totdat ze rijp waren.

Ook in die schaal worden ze allemaal tegelijk rijp natuurlijk. Maar, daar hebben we een heel handige oplossing voor, je kan rijpe bananen namelijk heel goed invriezen! Los invriezen (heel of gehalveerd) en daarna in een doos of zak – je grijpt nooit meer mis voor een heerlijke milkshake of smoothie!

Gasverbruik

De huizen hier zijn niet zoals in Nederland aangesloten op gas. Als je op gas kookt, of een kacheltje hebt op gas (in de bergen) dan haal je bij het benzinestation of een grote supermarkt een gasfles. Na een borg en de betaling van de inhoud van de gasfles, kan je elke keer als de gasfles leeg is hem omwisselen voor een volle. Je betaald dan alleen de inhoud van de nieuwe gasfles.

Toen wij hier kwamen wonen was de inhoud van een gasfles ongeveer €8,00. Inmiddels is dat opgelopen naar €12,50 en de prijs zal (zeker met alle onrust in Europa, Ukraine en Rusland) alleen maar oplopen. Voorheen haalden we bijna elke 6-8 weken een nieuwe gasfles. Een totale gasprijs van ca. € 100,00 per jaar. Niets vergeleken bij Nederland, maar ook hier moet het betaald worden. Daarnaast is gas een fossiele brandstof, waarvan we inmiddels weten dat die bronnen niet oneindig zijn, en zeker niet milieuvriendelijk en duurzaam. Door wat meer efficiëntie en bewustwording, hebben we ons gasverbruik kunnen terugbrengen naar 1x in de drie maanden. Hoe?

In huis: Ons huidige huis heeft geen kachel. Dat is in ons voordeel qua gasverbruik (sorry…). En als het in de winter echt fris (en het huis vochtiger) wordt, dan trekken we een trui aan en zelfgebreide sokken.

De badkamer: Douchen doen we meestal koud: eerst lauwer gaan douchen en steeds vaker de warmwaterkraan minder open draaien, dan went het het makkelijkste. En nee, het is niet spartaans, het is juist heel verfrissend na het sporten en een fijne wake-up in de ochtend. Een bijkomend voordeel is dat je ook efficient met het water om springt want je blijft niet minutenlang dromend onder de waterstraal staan. Het scheelt je minimaal 4-5 minuten gasverbruik.

Keuken: Het meeste gebruik gaat naar de keuken en het verbruik is grotendeels afhankelijk van mijn keukencapriolen. Bak ik vaker brood of gebak, dan is de gasfles eerder leeg dan dat ik alleen de warme prak voor de avondmaaltijd kook. Heet water voor de afwas maak ik in de waterkoker – scheelt weer gas! Voor het koken maak ik vaak gebruik van de Hooimeid/hooimiep (of gebruik gewoon een dikke deken of dekbed) die ik heb gemaakt en die ik sowieso gebruik voor het maken van yoghurt. Maar ook rijst is er eenvoudig in te maken. Het resultaat is ALTIJD een droge korrel en geen aangekoekte bodem. Je moet alleen iets eerder met de voorbereidingen beginnen om aan tafel te kunnen.

Je maakt de rijst als volgt: 1 deel rijst op 1,5 deel water en wat zout. Ik neem 1 glas tot aan de rand gevuld met rijst en spoel dat onder de kraan in een zeef. Even uit laten lekken. Ondertussen doe ik water in hetzelfde glas: 1 x het hele glas tot de rand gevuld, en 1x een half glas. Dit gooi ik in de waterkoker en laat het koken. Pak een pan en strooi er wat zout in, doe daarna het kokende water erbij en zet het op de warmtebron. Doe de gespoelde rijst erbij en wacht tot het opnieuw kookt. Laat het 2 minuten goed doorkoken, draai het gas uit en zet de pan met deksel in de Hooimeid. Alles goed afsluiten en na 40 minuten heb je heerlijke, dampend warme droge rijst.

Het scheelt je minstens 10 minuten gasverbruik – alle kleine beetjes helpen!