De weg naar huis is ná de stuwmeren, eentje van veel bochten en wordt dan ook een stukje smaller. Soms is het een beetje passen en meten als je een tegenligger treft. De één rijdt een stukje achteruit, of de ander blijft wat verderop wachten want de weg heeft op regelmatige plekken een breder stukje.  Gelukkig is het vrijwel altijd “bestemmingsverkeer” – de weg is doodlopend. Door alle bochtjes kan je niet ver vooruit kijken maar bij elke bocht zie je wel een glimp van ons gehuchtje en dat komt na elke bocht dichterbij.

Het gehuchtje telt nog geen tien woningen, waarvan je tussen het groen soms stukjes ziet, maar de zijkant van ons huisje kan je al van verre zien als een klein wit vlakje tegen de berg aan. Nu het voorjaar is en alles in bloei staat, zien we van verre een grote “dot” blauwpaars aan de rechterkant van het witte vlakje. Het is een Palissander die in bloei staat, in de tuin van de buurman. Een boom die ik nog nooit in het echt had gezien, al weet ik dat palissanderhout heel mooi is.

Tegen het blauwe avondlicht is de blauwpaarse kleur bijna onwerkelijk!

 

De bloemen met een wit hartje zijn onweerstaanbaar voor hommels en bijen!

Ik snap wel dat het van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat zoemt in en om deze bijzonder boom: zelfs rondom ons huis ruikt het heerlijk naar de bloesem van de Palissanderboom!

 

Geef een reactie