Category: Blog

Uit Nederland

Als je uit Nederland weg gaat weet je het nog niet… maar zodra “het nieuwe” er vanaf is, kán het zijn dat je dingen gaat missen. Een kaasschaaf bijvoorbeeld, is in het Spaanse land vrij onbekend. Soms vind je wel een dunschiller, bijvoorbeeld bij de “Chino” (de Chinees) waar bijna álles te koop is. Het zijn vaak grote winkels, wat niet altijd aan de buitenkant zichtbaar is. Maar eenmaal binnen kijk je je ogen uit. Van gereedschap tot kinderknuffels, van tafelzeil tot fotolijstjes en van kitscherige armbandjes tot telefoonhoesjes en een groot assortiment plastic bakjes, al dan niet met dekseltje. Chino´s vind je overal in Spanje, dus ook bij ons op het eiland en wel drie op loopafstand van elkaar. Ik vermoed dat het een familiebedrijf is ;-).

Vooral in het begin was ik er veel te vinden om afsluitbare bakjes te kopen. Hoge bakken met stevige deksels om een grote pan soep in delen in de vriezer te kunnen bewaren, Grote bakken om pasta en rijst in op te bergen en heel veel kleine bakjes van heel veel verschillende afmetingen om de zoetigheid veilig in te bewaren en te beschermen tegen de mieren. Want mieren hebben we hier in overvloed. Men zegt weleens dat heel San Sebastián op een mierenhoop is gebouwd. En, ze zijn er in verschillende soorten en maten. Wij hebben de “rotjochies” in een heel klein formaat, ze zijn niet groter dan een speldenknopje en kunnen daardoor overal tussendoor kruipen. Tsja, dat hoort erbij als je in het buitengebied woont. Zolang de rotjochies niet té brutaal worden (lees: in alle potten en doosjes lopen te zoeken..) dan laat ik het maar zo. Elke dag even een doekje over de aanlooproute waar ze de keuken binnen komen lijkt voldoende.

Natuurlijk misten we ook de zo bekende zoetigheid. Voor E, de heer des huizes was het vooral zoute drop (de “klippers” van de Lidl!) maar zelf kon ik weleens verlangen naar centendrop of winegums. En wat dacht je van rookworst, pindakaas (op brood, maar ook voor pittige pindasaus), hagelslag, beschuit en kokosbrood? Maar ook kerrie en pittige kruiden van de toko, en al dat sinterklaas- en kerstsnoepgoed…..😱

Als je het zo leest, zou je bijna denken dat we maar slecht konden wennen aan de Spaanse keuken en snoeperij. Maar niets is minder waar! In de supermarkt zijn grote delen van de koeling gevuld met allerlei yoghurttoetjes, zijn ze gek op chocolade en liggen rond kerst de winkels vol met allerlei soorten nougat, wat hier Turrón heet. Het zijn geen roze, zachtgroene en witte blokjes zoals in Nederland, maar in de vorm van grote platte repen.

Zachte turrón blando is iets zachter dan de nougat in Nederland en lijkt, gemengd met amandelen, nog het meeste op de bekende nougat. Variaties hierop zijn platte repen die men ook turrón noemt maar waarbij de amandelen gemengd zijn met chocolade, of bestaan uit zachte kokosrasp, omhuld met een dikke laag chocolade.Bij turrón duro (zie foto hieronder) is de suiker langer opgekookt waardoor de Spaanse nougat veel harder is en je bijna je tanden erop breekt. Wij zijn fan van de turrón blando, de zachte variant. En omdat het slechts een paar weken in de winkels ligt, koop ik er altijd wat meer van in, de voorraadkast is groot genoeg.

Het líjkt op de bekende Nederlandse nougat maar deze versie is knetterhard!

Ook lekker zoet en heel Spaans zijn Churos. Vanaf oktober staat hier de Churos kar weer op het plein, het hoort bij de herfst en de komende feestdagen. De uitbater staat in de kar, zoals je ook een frietkar kent en maakt van vers deeg met een speciale knijper lange slierten die zachtjes in de hete olie vallen en worden gefrituurd. Ze worden geserveerd in een puntzak, met poedersuiker of een bekertje chocoladesaus…. Om je vingers bij af te likken!

Je eet ze vooral in de ochtend, maar het kan ook heel goed in de namiddag of avond: Churos con chocolate!

En ja, die voorraadkast….Als we naar Nederland gingen, namen we steevast van alles wat we hier niet konden kopen, weer mee naar huis, voor in de voorraadkast! Maar ook vrienden en familie verrasten ons met doosjes vol lekkers die de post kwam brengen, zó lief! Of we bestelden boeken in Nederland die daarna samen met rookworst en drop in een pakketje naar ons werd verstuurd. En áls we in Nederland waren namen we zelf natuurlijk ook van alles mee terug. Reizend over land naar Nederland konden we in de Land Rover veel wegstouwen maar ook met het vliegtuig ging altijd van alles mee. We hebben het wel eens zó bont gemaakt door met een bijna lege koffer heen te reizen en die volgepropt weer mee naar huis te nemen…..

En alles thuis lekker in de voorraadkast!

Je hebt knutselen en Knutselen

Vrijwel direct toen we in 7-vidas (ons huis) konden wonen, zagen we onszelf in de ommuurde tuin aan de voorkant al koffie drinken en eten. Het duurde nog wel even voordat we dat ook echt konden!

We ontdekten al snel dat de wind hier eigenlijk altijd waait en dan vrijwel altijd uit het noorden (vandaar de hoge muur op de noordkant van de tuin), met koele en vochtige aanvoer van zee.

We kochten rieten stoelen, met dikke kussens, zodat we al lekker konden zitten en de heer des huizes maakte een grote tafel van hout, die hij “ossenbloedrood” verfde, waarna ik er een deel van een kompasroos op tekende, met de wijzers naar het noorden. Want dáár kwam de wind vandaan :-).

Helaas was deze tafel geen lang leven beschoren: de vochtige zeelucht in combinatie met de verzengende zon deed de verf al snel knisperend bladderen en het hout openbarsten. Een wijze les, het moest nóg weerbestendiger worden.

De heer des huizes tekende en rekende en langzaam werd een nieuw idee zichtbaar. Er werd gezaagd of het een lieve lust was. Passen, meten en schuiven tot de leukste combinatie, daarna werd alles in elkaar gezet. Het resultaat: een heel kleurrijke tafel, een bovenblad gemaakt van gezaagde pallets – want daarvan hadden we er nog heel veel liggen. Als die niet weerbestendig zijn…. De poten zijn van pvc, gevuld met zand en daarna omwikkeld met dik sisal. Tof toch?

Vooral in het begin kon ik de plantjes wel uit de grond kijken: groeien, groeien groeien! Want was was het nog kaal….

Het voelde nog wat leeg, dus kwam er een mooie groene parasol, het werd een steeds gezelliger plekje in de voortuin! De parasol had een boog-staander waardoor de kap vrolijk boven de tafel bungelde. We moesten hem wél met extra lijnen vastzetten in verband met de wind 🤔 en ook niet vergeten in te klappen als we even weg gingen, want voor je het wist, ging het ding een gevaarlijk eigen leven leiden…

…met voetjes op de tafel, zicht op de rest van de tuin….

Een beetje uitleg: een briesje is hier al snel windkracht 4 ;-). Ondanks (of juist dankzij) de hoge muur, klapte de wind soms met veel kracht op de parasol en tafel. De parasol overleefde het dus niet. En de tafel? Het palethout is robuust en zit met grote spijkers en “nieten” aan elkaar. Als je er plankjes van zaagt, is het de stevige constructie kwijt en trekt het hout krom. Dat bleek toen ik kopjes neerzette en een deel ervan ongeveer gelanceerd werd omdat de plankjes los zaten!

Zowel tafel als parasol hebben zoveel zon- en windkracht niet overleefd. Inmiddels hebben we al een paar jaar een prachtige oplossing waar we heel tevreden mee zijn. We hebben een stalen frame laten maken wat bevestigd is aan de hoge muur op het noorden en aan het huis. Dit is door E, de man des huizes bekleed (en stevig vastgemaakt) met een dik pak gedroogde palmbladeren. De tafel is vervangen door een grote bank, gecombineerd met de rieten stoelen (die alles wél overleefd hebben). Het geheel staat als een huis en zelfs bij een (hier sporadisch) regenbuitje kunnen we relaxed en droog blijven zitten. Eindelijk…..

.. en ook de plantjes krijgen nu body, al kan ik ze nog steeds de grond uit kijken: groeien groeien groeien!!

Helemaal Zen

Nogal wat jaren geleden toen we op El Hierro waren, had ik een stel sokken op de pennen staan. Sokken breien op reis vind ik leuk omdat ik op die manier altijd een soort herinnering aan mijn voeten heb. Zo heb ik nog Kerst-sokken uit Muiden in de la en crèmekleurige sokken (onhandig, want ze worden veel te snel vuil 😉 ) gemaakt in Andalusië.
Kerst-sokken uit Muiden
Andalusië 2013
De El Hierro-sokken-in-de-maak zaten in mijn handbagage en gingen zonder probleem het vliegtuig in. De breipennetjes waren van bamboe en niet zoals vroeger van metaal, waarschijnlijk ging het daarom probleemloos? Een paar uur alleen maar zitten (in het vliegtuig) is niets voor mij, met een beetje breien gaat de tijd lekker snel en het blijkt (echt, ik wist het al véél langer) 😉 dat breien meditatief is – in ieder geval voor mij. Dus tijdens het reizen was (en ben) ik met een breiwerkje helemaal Zen! Het resultaat mocht er zijn: een zwarte ondergrond met een verlopend garen in blauw/groen/lila.
De El Hierro sokken anno 2011..
Helaas hadden deze sokken geen lang leven…. Het zwarte garen was uit een voor mij onbekende voorraad en bleek enorm te krimpen in de was! En ook al heb ik maar maatje 36/37, de sokken waren met geen mogelijkheid meer aan te trekken… Nu we opnieuw naar El Hierro gingen, wist ik meteen wat er nog meer mee zou gaan: een stel sokken wat al langere tijd op de pennen stond en waar maar geen eind aan leek te komen. Dit was de gelegenheid voor een nieuw stel El-Hierro-sokken! En al was het 29 – 34 graden, de sokken vorderden gestaag. Thuisgekomen hoefde ik nog maar een klein stukje van de teen. En zeg nou zelf. De El Hierro sokken anno 2021 zijn toch prima gelukt? Lekker vrolijk en heerlijk warm voor de koelere winter die er straks weer aan komt!

De hooimiep, mijn handige hulpje

Al lange tijd heb ik een handig hulpje in huis, mijn hooimiep. Een niet zo fraaie naam, maar ik zou haar niet willen missen! Door haar te gebruiken in de keuken, bespaar ik gas, aangekoekte pannen en indirect ook tijd. Misschien is een beetje uitleg nodig voor dit handige hulpje.

Ongeveer een eeuw geleden was het heel gewoon om een hooikist in de keuken te hebben. Een hooikist is een houten kist gevuld met hooi, papier of wol, waarin je een pan met deksel kunt zetten. De kist wordt gebruikt om je eten gaar te laten worden zonder dat het steeds op het gas staat. Men kookte het eten op het fornuis even een paar minuten goed door en daarna werd de pan in de hooikist gezet. Het geheel dek je af, je doet de deksel erop en de tijd doet de rest. Door de isolerende werking van het hooi, papier of de wol blijft de temperatuur in de pan hoog, en wordt het eten langzaam gaar.

Het grote voordeel is, dat je gewoon weg kunt, want er kan niets verbranden of aanbranden.

Zo´n hooikist is met zijn formaat best een ding in de keuken, maar het hele idee liet mij niet meer los. Het langzaam laten garen en de smaken tot zijn recht laten komen én daarbij de kosten die je bespaart voor gas….. Je snapt het al, ik ben gaan tekenen, de naaimachine kwam op tafel en na een paar uurtjes prutsen had ik mijn eigen moderne “hooikist” die maar heel weinig ruimte innam. Mijn versie is namelijk helemaal van stof. Daar bleef het niet bij, in de loop van de tijd maakte ik er nóg eentje, die ik volledig kon opvouwen en bij het linnengoed in De Schobbejack stopte, voor als we op reis gingen.

Wat ik er in/mee maak? Yoghurt bijvoorbeeld, dat gaat echt supereenvoudig en op deze manier zit je nooit zonder: 2 eetlepels yoghurt mengen met een liter volle melk. Dit geheel al roerend tot 43 graden verwarmen (niet heter!!) en dan afgesloten in de hooimiep plaatsen. 12-24 uur laten rusten en daarna is het klaar. Een betere yoghurt zonder toevoegingen kan je niet krijgen!

Maar ook een mooie soep maken is opeens een makkie en kost je veel minder gas.

Met de kleine hooimiep – die voor onderweg – is rijst koken een fluitje van een cent, ik doe dit voordat we ´s morgens vertrekken:

1 kopje rijst per persoon
1 1/4 kopje water per kopje rijst

Ik spoel de rijst af, voeg het water toe en kook de boel 5 minuten. Daarna gaat de pan mét deksel 40 minuten in de hooimiep en klaar! Je kunt de rijst langer in de hooimiep laten staan als de andere gerechten nog niet klaar zijn (of als we nog niet op de plek van bestemming zijn) want het blijft heerlijk warm. Wat groenten met een gesneden kipfiletje roerbakken en…. aan tafel!

Deze hooimiep heeft het formaat voor een pan van 3-5 liter maar ook een steelpan met deksel raak je er makkelijk in kwijt, omdat de steel dan tussen de lagen naar buiten steekt.

Wil je ook zo´n handige hooimiep, die maar weinig ruimte inneemt maar je veel gemak geeft? Je kan hem heel makkelijk zelf maken!

Virgen de la Guadalupe

Een stukje geschiedenis van het eiland…. 😉 Morgen (maandag 4 okt) wordt hier een jaarlijks terugkerend feest gevierd, dat van de maagd van Guadalupe. Het is een overlevering van een gebeurtenis uit de 16e eeuw, waaraan nog steeds veel waarde wordt gehecht.

Het verhaal: Een 16e-eeuws schip, op weg naar Amerika, passeerde La Gomera. De bemanningsleden zagen felle lichten op het eiland waar ze langs voeren. De bemanning was nieuwsgierig geworden en ging met kleine bootjes naar de kust om uit te vinden wat deze lichten waren. Ze vonden in een grot op een laag gedeelte aan de kust een grot met daarin een kleine afbeelding (ca. 25 cm) van de Maagd Maria met haar zoon in haar armen. De bemanning was onder de indruk en nam het wonderbaarlijke beeld mee naar het schip.

Toen ze daarna verder wilden varen, konden ze om vreemde redenen niet meer verder varen. De bemanning legde dit uit dat dit de wil van deze Vrouwe was, om op haar plek te blijven waar ze werd gevonden, dus men bracht het beeld terug naar waar ze het hadden gevonden. Ze voeren daarna naar de nabijgelegen haven (San Sebastián) en informeerden de autoriteiten. Daarop vertrok een delegatie naar de bewuste plek. Dit bleek Puntallana, een uitloper in het noorden van La Gomera te zijn. Spoedig werd daar een kleine kapel gebouwd ter ere van deze verschijning, met daarin het beeldje.

De herkomst van de naam Guadalupe is onduidelijk. Waarschijnlijk is het een vernoeming naar de eerste graaf van La Gomera, Guillén Peraza de Alaya y Bobadilla. Sinds 1872 werd de verschijning jaarlijks op het eiland gevierd, op de eerste maandag die volgt ná 1 oktober.

Vanaf 1968 wordt het feest alleen elke vijf jaar uitgebreid gevierd, de andere jaren (zoals dit jaar) is er alleen een bedevaart van het kapelletje in het noorden, naar San Sebastián. Maar elk vijfde jaar wordt de Maagd met versierde bootjes gehaald, over zee naar San Sebastian gebracht en daar feestelijk verwelkomt. Daarna wordt de maagd lopend en gedragen op schouders over het eiland naar alle dorpen gebracht en viert men daar opnieuw het feest. Het is een traditioneel feest met folkloristische kleding, dans en muziek. Het verhaal, het feest en de traditie wordt er met de paplepel ingegoten, zelfs in de kinderwagen liggen de kleintjes in de traditionele kleding.

2018. De aankomst in de haven. Trommels, een ritmische manier van lopen/dans en zó hard en gepassioneerd zingen waardoor je bijna in trance raakt. In 2018 waren er meer dan 10.000 mensen in San Sebastián op de been om La Bajada (de afdaling) van de maagd te vieren.

Regen van Gruis

We zijn alweer een paar dagen thuis. De Schobbejack is leeggehaald en wasjes gedaan. Normaal gesproken hebben we hier regelmatig Calima: stof en zand wat uit de Sahara met wind uit het oosten en zuiden, deze kant op waait. Dan ligt er een zachtroze poederachtig laagje op de auto´s en op de tuintafel, maar ook binnen kom je het stof overal tegen. Wordt er dagenlang Calima verwacht, wordt het advies gegeven iets rustiger aan te doen, minder intensief te sporten. Ouderen en mensen met longaandoeningen krijgen het advies om binnen te blijven. In de afgelopen 18 maanden van Covid, was het mondkapje handig als er weer eens Calima was: we hadden het idee toch iets minder “stof te happen” dan zónder kapje.

Hier is het mondkapjes protocol nog niet helemaal verdwenen (in binnenruimtes verplicht te dragen) en velen dragen de mondkapjes ook nog gewoon buiten, ook al is er voldoende afstand en is de vaccinatiegraad ver over de 80% op de eilanden. Het is een gewoonte, de Spanjaarden zijn een volgzaam volk en zolang de overheid hierover nog geen duidelijke uitspraak heeft gedaan, dragen velen het mondkapje nog wel even. Het zit ze niet in de weg!

Nu de vulkaanuitbarstingen op La Palma nog steeds aanhouden, hebben we inmiddels een ander soort stof gevonden, op alles wat buiten staat. Het is grover van structuur en donkerder. Het is klein gruis wat neerdaalt uit de aswolken die de vulkaanmonden dag en nacht uitspuwen. Ook auto´s hier hebben een donker laagje. Voorzichtig wegvegen, of gewoon nog maar even laten liggen. Op La Palma zien we beelden van mensen die elke dag opnieuw een laag van 3-4 cm wegvegen van hun terras, auto of straatje. Een onwerkelijk gezicht.

Foto: RTV Canarias

Op sommige momenten, als de vulkanen weer heftiger reageren, spreekt men van een regen van gruis en gaat men niet de straat op zonder paraplu. Deskundigen op La Palma adviseren nu om weer volledig het mondkapje te dragen, want zoveel stof en gruis kán niet gezond zijn. Nu de wind uit het noorden komt en stevig aantrekt, doen wij dat ook maar weer.

St. Cruz de La Palma. Foto: Samuel Sánchez

La Palma

Op maandagochtend vertrokken we om stipt 07.00 uur vanuit een donker El Hierro weer naar Tenerife. De zee was een stukje onrustiger en met de duisternis om ons heen, kostte het mij moeite om te wennen aan de bewegingen die dit catamaran-schip maakte. Men noemt het niet voor niets in de volksmond “de kameel”. Pas toen we langs La Gomera voeren werd de zee wat rustiger en werd het ook licht. Leuk om dan het eiland waarop we wonen eens vanaf een andere kant te zien!

Als we de boot af rijden, zien we al een grote hoeveelheid auto´s van hulptroepen klaar staan die later die dag zullen vertrekken om de mensen op La Palma te helpen. Mannen en vrouwen die veilig transport van mens, dier en inboedel voor hun rekening nemen of metingen en berekeningen maken over de lavastromen en uitbarstingen. Laten we hopen dat ze maar kort nodig zijn en snel weer naar huis kunnen.

Op Tenerife hebben we een paar uur de tijd voordat de ferry naar La Gomera vertrekt. Eerst maar eens lekker ontbijten op een terrasje. Het verschil van publiek op El Hierro en in dit deel Tenerife is groot, we horen weinig Spaans. Na het ontbijt duik ik een winkel voor kunstenaarsbenodigdheden in. Ik kom ogen te kort en zou er uren in kunnen dwalen! Maar, de klok tikt door. We moeten De Schobbejack voorsorteren voor het laatste stukje over water. Het is maar een uurtje én met een een veel ouder schip van de Armas-maatschappij. We gaan met een gewone boot, zoals wij die allemaal vroeger tekenden. En daarmee heb ik veel minder last van de golfbewegingen dan op een catamaran-ferry.