Als we wakker worden zijn we toch een beetje gebroken. De weg waaraan we stonden was tot een uur of twee behoorlijk druk. Veel verkeer, taxi’s met lallende vakantievierders en rond 00.00 uur veel restaurants die sloten en de rommel naar een verzamelplek brachten, niet ver van onze parkeerplek vandaan. Combineer dat met de temperatuur die ‘s nachts rond 28 graden blijft hangen, Bas die heel veel rommelt in zijn mand en de geluiden die we ontwend zijn maar gewoon bij het slapen in een Land Rover horen. Het is als inslingeren op een (zeil)boot, we moeten wennen aan alles.

Aan de rand van een woonwijk, nét buiten het centrum…. Toch nog druk…

Rond half zeven is het nog donker maar E maakt even een klein rondje met Bas en ontdekt ca. 150 meter verder, mét van de drukke weg af, een parkeerplaats op een pleintje vlak achter het strand. De verhuizing is eenvoudig. E start de Land Rover en rijdt terwijl ik nog in het bed lig, naar de andere plek. Aldaar ronken we nog dik twee uur door, daarna is het tijd voor een ontbijtje en het boearden voor de volgende ferry, die ons naar El Hierro zal brengen.

We komen aanrijden en kunnen eigenlijk vrijwel direct door naar het laadruim van de Volcan de Tirajana. Het zal ongeveer 2,5 uur duren voordat we weer aan wal zijn dus nemen we broodjes, drinken en een spelletje mee 😉

De ferry heeft er de sokken in en de zee is vlak want na ruim twee uur rijden we de haven van Valverde uit. Óp naar het noorden. Bij Echedo draaien we de doorgaande weg af en volgen een slingerende smalle strook asfalt naar Charco Manzo. Onze eerste overnachtingsplek.

Een “charco” is een baai aan de kust die (al dan niet met behulp van mensenhanden) een veilige plek is om te zwemmen. De kust en de zee van veel Canarische eilanden is over het algemeen te ruw en te gevaarlijk om te zwemmen maar bij een Charco kan het wél.