Meer dan ooit ben ik mij bewust van de natuur om ons heen. Hoe sterk deze is als de mens zich er niet in mengt. Dat de natuur ons helemaal niet nodig heeft – sterker nog, de natuur is ons liever kwijt dan rijk.

Maar ja, als mens zijn we een stelletje betweters. We denken de natuur te kunnen beteugelen en naar onze hand te kunnen zetten. We hebben indrukwekkende naslagwerken, opleidingen met indrukwekkende namen en prachtige apparatuur om van alles in de natuur vast te leggen of te onderzoeken. Terwijl het gewoon het beste is om je er maar zo min mogelijk mee te bemoeien.

Maar nee, we halen dieren uit hun natuurlijke omgeving en plaatsen ze ergens anders omdat we denken dat “ze het daar ook wel goed zullen doen”. We slepen zaadjes mee van vakantie want we willen die mooie bloeiers ook in onze tuinen thuis…

Maar het gaat maar al te vaak mis. Er ontbreken natuurlijke vijanden waardoor er een overschot ontstaat, met alle gevolgen van dien. In de Oostvaardersplassen (een grote mislukking maar het pronkstuk van de natuur-betweter) lopen veel teveel grote grazers rond, o.a. Konikpaarden uit Polen(!). Die grote grazers kunnen niet vrij hun weg zoeken naar andere grazige weiden, want er staat een hek om. Amerikaanse rivierkreeftjes die – onnatuurlijk – in steden en dorpen ronddwalen en een plaag vormen. Planten die gaan overwoekeren en andere soorten verstikken, zoals de Japanse duizendknoop. In de wateren rondom Loosdrecht is vrijwel geen andere plant te vinden dan de Zuid Amerikaanse Cabomba. En wat dacht je van die prachtige maar luidruchtige ringband papegaai?

Tsja, dan moet de mens ingrijpen omdat de balans zoek is. En oh wat voelt ´ie zich dan belangrijk want de natuur moet geholpen worden! In die waas van zelfverheerlijking vergeet de mens volledig dat door zijn toedoen de natuur uit balans is geraakt.

We denken precies te weten hoe het allemaal moet met de natuur maar maken er een enorme bende van.

Op de eilanden hier hebben we last van een hardnekkige plant, Rabo de Gato (latijns: Pennisetum Setaceum). In het Nederlands bekend als Fonteingras. Ooit meegebracht ergens in de jaren ´50. Door wie, waar en waarom is niet meer te achterhalen. Het is  een hardnekkig tiepje die op alle eilanden overheersend en verstikkend is. Vuur bevorderd de zaadvorming en verspreiding ervan, dus verbranden is geen optie. Sterker nog, na een natuurbrand, waar alle eilanden mee te maken hebben, zijn er meer planten dan er voor. In de openbare groene containers gooien zorgt onbedoeld voor verspreiding van zaden, dus ook geen optie. Op de composthoop dan maar? Nee, ook dan heb je de poppen aan het dansen en heb je binnen de kortste keren heel veel nieuwe planten.

Het enige wat helpt is het in een bepaalde tijd van het jaar, als er geen zaden zijn (juli/augustus) handmatig met wortel en al te verwijderen. Naast gemeente(groen)werkers die in deze weken met het verwijderen van de Rabo de Gato bezig zijn, zijn er vele vrijwilligers die dit gezamenlijk op een zaterdag doen. Een grote groep verzameld zich en gaat een aantal uren gebogen door een vallei, buurschap of een afwateringskanaal om deze exoot te verwijderen. Regelmatig zijn er oproepen om een dagdeel mee te werken om dit probleem in de hand te houden.

En belangrijk dat we ons dan als mens voelen, om de natuur een ochtendje te corrigeren! We vergeten alleen een klein dingetje…..

Elk eiland heeft zo´n flyer met uitleg hoe het te verwijderen en wat je er vooral niet mee moet doen.

 

 

 

 

 

 

 

Leave a Reply