In ons kleine gehuchtje tegen de berg organiseerde een groep vrouwen een paar jaar geleden een levendige ruilhandel van groenten, fruit en allerlei andere zaken. Er werd al snel een speciale groep via de telefoon gemaakt om met elkaar in contact te komen. “Even” bij elkaar langs lopen is hier toch iets anders dan in Nederland waarbij je in dezelfde straat of eenzelfde huizenblok woont. Hier worden de huizen verbonden met uit steen gehouwen trappen en is het vrijwel altijd klimmen en dalen om naar je buren te gaan. En als de buurvrouw dan niet thuis blijken te zijn….

De ruilgroep bleek een succes: inmiddels bestaat de groep uit meer dan 50 (voornamelijk) vrouwen, verspreid over het eiland. Het ruilen (en delen) gaat over heel uiteenlopende dingen. Het kan gaan om het tijdelijk lenen van een autozitje voor een kleinkind, tot de vraag of iemand plek heeft voor een jong geitje. Overtollig klein huisraad en kleding krijgen een nieuwe bestemming en vaak wordt er geruild met zaden, jonge plantjes of de opbrengst uit de (moes)tuin. Je kan vragen naar speciale planten, kruiden of gewassen of je wacht af wat de ander heeft te bieden aan gewassen of zaden.

In eerste instantie las ik alleen mee en zag ik al snel dat vrijwel alles een nieuwe bestemming of eigenaar kreeg. Er zijn altijd gezinnen met kinderen die uit kleding gegroeid zijn, waar kinderen uit een ander gezin weer precies in kunnen groeien. De levensstandaard is hier een stuk lager dan in Nederland en wat voor de één niet meer van toepassing is, kan voor de ander dé oplossing zijn.

Na een flinke opruimronde zat ik met een aantal zaken die veel te goed waren voor de container en werd ik actief in de ruilgroep. Ik ruilde een zak houten kledinghangers tegen tijmplantjes en te grote kledingstukken tegen onder andere Basilicum, Rozemarijn, Marjoraan en uienplantjes. Langzaamaan verdween mijn grote berg “overtollig” en kreeg mijn kruidentuin vorm. Vorige week zette ik een zelf gehaakte omslagdoek in de groep. Een reactie kwam al snel. Wilde ik die ruilen voor Acelgas?

Acelgas staat in Nederland beter bekend als snijbiet. Een oude groente die in Nederland in de vergetelheid is geraakt maar hier nog volop gekweekt en gegeten wordt. Het is een grootbladige plant die door blijft groeien, als je maar steeds de buitenste bladeren wegsnijdt. Ze doen het goed in de volle grond maar zijn ook heel goed te kweken in een grote emmer of speciekuip. Het is geen moeilijke groente en zijn niet gevoelig voor ziekten. Ideaal om eens te proberen, dus ik wilde wel ruilen: ik kreeg een doos vol met deze 40 cm hoge planten. Het had wel wat weg van Paksoi, maar dan wat donkerder groen.

Ik sneed vrijwel alle bladeren van de struiken af en zette de gekortwiekte plantjes in de moestuin. Die groeien in een paar weken weer uit tot grote planten die hun bladeren weer gul zullen geven. De bladeren met stelen sneed ik in reepjes en roerbakte ze met champignons, een uitje, knoflook en peper en zout. Simpel, snel en makkelijk! Snijbiet is rijk aan ijzer, vitamine C, B en Kalium. en dat zijn stofjes die we in deze wintermaanden heel goed kunnen gebruiken!

 

 

 

Leave a Reply