Tag: Buitenleven

Zou het lekker zijn?

Het lukt lang niet altijd maar ik probeer regelmatig met Bas een stukje “vooruit” te lopen als we ´s morgens naar de winkel gaan. Het is dan de koelste tijd van de dag en zo werk ik een beetje aan mijn conditie. En voor Bas is het op zijn oude dag (11 jaar, al zou je hem dat écht niet geven) ook goed. Ik kijk mijn ogen uit onderweg.

Ik zie aparte bloemen, op de zijkant van de vele schijfcactussen. De blaadjes van de bloemen lijken wel van papier en ze bloeien in geel en roze.

 

Daar onder zit een soort dikke knobbel, die later in het jaar van groen naar geel, en daarna roze kleurt. Zodra ze roze kleuren, zijn ze dikker, rijp en superzoet, hebben een beetje de smaak van meloen. Ze groeien overal….. Om ze te kunnen plukken gebruik je een uit de kluiten gewassen houten pincet: de cactus heeft hele grote stekels, maar het cactusfruit zit vol met hele kleine dunne stekeltjes met weerhaakjes. Ze heten officieel Glochiden en die wil je niet in je handen hebben! Als je er toch eentje in je vinger hebt, helpt het om het plekje even te weken met azijn, dan lost het stekeltje een beetje op. Het is dus een stekelig typje waar je voorzichtig mee moet omgaan.

Maar wie haalt het dan in zijn hoofd om er gewoon happen van te nemen? Het zijn geiten die daar regelmatig hun tanden in zetten. Maar die stekels… zou het zó lekker zijn dat ze die stekels voor lief nemen?

 

 

 

Klaprozentijd

De dagen lengen, al staat in de ochtend de zon nog laag als ik met Bas wandel. Het geeft een leuke schaduw van een soort uitgerekt mensfiguur.

Nee, ik heb geen rok of jurk aan, gewoon in de zon een beetje manipuleren totdat je een leuk silhouet krijgt 😉

Ik wandel het gehuchtje uit – er is maar één weg, richting zee en ‘grote stad’. Dus de weg gaat een beetje bergaf. Het zoemt en gonst dat het een lieve lust is. Bijen en hommels hebben maar één doel in hun korte leven, van zonsopgang tot zonsondergang op zoek naar het levenselixer: nectar. En dat, die nectar vinden ze hier in overvloed. Ik zie grote roze en witte wolken tegen de berghellingen, de abrikozen- en amandelbomen staan in bloei.

Na 20 minuten keer ik om, in de verte zie ik de zijkant van ons huisje tegen de helling in de zon…

…Adembenemend toch? Die paarse “wolk” in de foto is de palissanderboom in de tuin van de buren. En ja, zó paars is het echt! 

Thuis loop ik even door naar de moestuin. Aan de rand bloeit inmiddels een brede rand klaprozen. Dunne, papierachtige blaadjes en een prachtig hartje. Ze bloeien slechts één dag. Vanavond, als ik weer ga kijken, zullen de blaadjes er al af zijn en staan alleen de groene knoppen waarin het zaad (maanzaad!) zal rijpen.

Ik sta op het terras boven de moestuin en kijk recht in het hart van het rijtje met rode kolen. Ze zijn zo groot als een flinke tennisbal. Nog even en de kolen zullen zich sluiten. Wat een fijne manier om de dag te beginnen!

Blauwpaarse bloemen

De weg naar huis is ná de stuwmeren, eentje van veel bochten en wordt dan ook een stukje smaller. Soms is het een beetje passen en meten als je een tegenligger treft. De één rijdt een stukje achteruit, of de ander blijft wat verderop wachten want de weg heeft op regelmatige plekken een breder stukje.  Gelukkig is het vrijwel altijd “bestemmingsverkeer” – de weg is doodlopend. Door alle bochtjes kan je niet ver vooruit kijken maar bij elke bocht zie je wel een glimp van ons gehuchtje en dat komt na elke bocht dichterbij.

Het gehuchtje telt nog geen tien woningen, waarvan je tussen het groen soms stukjes ziet, maar de zijkant van ons huisje kan je al van verre zien als een klein wit vlakje tegen de berg aan. Nu het voorjaar is en alles in bloei staat, zien we van verre een grote “dot” blauwpaars aan de rechterkant van het witte vlakje. Het is een Palissander die in bloei staat, in de tuin van de buurman. Een boom die ik nog nooit in het echt had gezien, al weet ik dat palissanderhout heel mooi is.

Tegen het blauwe avondlicht is de blauwpaarse kleur bijna onwerkelijk!

 

De bloemen met een wit hartje zijn onweerstaanbaar voor hommels en bijen!

Ik snap wel dat het van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat zoemt in en om deze bijzonder boom: zelfs rondom ons huis ruikt het heerlijk naar de bloesem van de Palissanderboom!

 

Vreemde kostgangers

De palmboom groeit gestaag. Hij vormt in het hart nieuwe palmtakken, die eerst stijf rechtop staan maar in een paar weken langzaam naar buiten buigen en een nieuwe “kroon” vormen. De onderste, oudste, palmbladeren buigen steeds verder door (mede door het gewicht van de nieuwe palmtakken) en worden minder mooi (wind) en bruiner. Dan is het tijd om die onderste palmtakken eraf te zagen.

Inderdaad, zagen want het zijn dikke vezelige takken die breed uitlopen en daarmee stevig vast zitten aan de palmboom. Je moet de takken dicht op de stam afzagen, zodat er een soort “schubbige” stam ontstaat die in de loop van maanden verder sluit/indroogt en een stevige bast vormt. De afgelopen jaren is er wel gesnoeid maar niet echt dicht op de bast. Hierdoor zitten er een flink aantal uitsteeksels aan de boom: schubben met breed stuk van de beginnende palmtak.

Doordat de palm vrolijk verder groeit en de bast uitdroogt, zitten veel van deze schubben los. Aan het begin van een palmtak zitten vaak nare sterke stekels. Het zijn de eerste, niet volgroeide “veren” van de palmtak en zijn heel puntig en scherp. Na het kort afzagen van de onderste palmtakken, trok E, de man des huizes, met soms wat kracht veel van deze oude schubben los om de palmboom een fraaier uiterlijk te geven.

En toen kwamen er vreemde kostganger tevoorschijn.

Ze zijn een beetje doorschijnend en grijzig. Ze hebben maar een paar pootjes, kunnen daardoor niet echt lopen maar hebben vervaarlijk uitziende kaken. Hieronder twee filmpjes van deze wezentjes…

Een buurman verderop kon vertellen dat het om engerlingen gaat, die eigenlijk de opruimers in de natuur zijn. Ze voeden zich  met rottend plantenafval. Bij gebrek daaraan, kunnen ze ook ondergronds aan de wortels van planten of gras knagen. Maar in dit geval waren het eigenlijk de vuilnismannetjes van de grote palmboom. We hebben ze overgezet naar een nieuwe werkomgeving: een braakliggend terrein met veel oude struiken, tuinafval en cacteeën…

 

 

 

Het regent

Waar we eerst woonden, ca. 80 meter van de kust, viel er hooguit 2x een buitje per jaar. Soms werd de straat niet eens echt nat. Nu we in de bergen wonen op hetzelfde eiland, merken we dat de wintermaanden echt de regenmaanden zijn. Het is minstens 6 – 8 graden koeler en daardoor valt er vaker regen, variërend van een spatje, motregen tot een echte hoosbui. Tussendoor kan de zon uitbundig schijnen, het is maar zelden dat het een hele dag grijs en grauw is met continue buien. De afgelopen dagen regende het ook, maar dan voornamelijk ´s avonds en ´s nachts.

Dit regenwater is van levensbelang want we hebben in tegenstelling tot omliggende eilanden, geen ontziltingsfabriek die zeewater kan omzetten naar zoet (drink)water. We zijn dus afhankelijk van het hemelwater wat in de winterperiode valt en dat wordt opgevangen in grote waterbassins / stuwmeren. Water wat gebruikt wordt in huishoudens maar ook voor de landbouw en de talloze keuterboertjes, geitenboeren en landerijtjes rondom de huisjes in het buitengebied.

Onze vallei heeft vier van die stuwmeren. Eentje helemaal in het hoogste gedeelte van de vallei, niet ver van ons huis, en vier kilometer verderop richting de kust volgen er drie die vrijwel achter elkaar liggen. Als we naar onze winkel gaan, rijden we aan de rand langs deze drie grotere stuwmeren en hebben we er mooi zicht op.

Vorig jaar (2021/2022) hadden we een goede winter qua regen: tot vér in mei vielen er regelmatig buien en bleven de stuwmeren gevuld. Maar er waren herstelwerkzaamheden nodig aan de dammen. En de stuwmeren werden ook maar meteen dieper uitgegraven en uitgebaggerd. Belangrijk werk maar daardoor bleven de stuwmeren tot vér in november droog. Viel er regen, dan werd het water meteen doorgesluisd om de (graaf)machines die in de diepte op de bodem stonden, het werk te kunnen laten doen.

 

Op de bodem begon zelfs gras te groeien…!

Eindelijk verdwenen vér in december de kraanwagens en sjofels uit de diepte en konden de stuwmeren zich weer vullen. Nu maar hopen dat er nog genoeg regen zal vallen om de zomer van 2023 door te komen. In het onderstaande filmpje kan je de drie dicht bij elkaar liggende stuwmeren van boven zien.

 

Zakjes vouwen

Mijn atelier ligt iets lager dan de rest van het huis en heeft twee ramen met hele brede vensterbanken. Je kan er met gemak in gaan zitten. Het ene raam geeft zicht op het zuiden. Je kijkt over het smalle diepe dal naar de bergen die aan de overkant omhoog rijzen. Een poosje zitten en kijken en je ziet op de onmogelijkste plekken opeens een geitje lopen, of een groepje wittige stipjes: de schapen van de benedenbuurman. Zo´n poosje koekeloeren is heerlijk ontspannen – ik doe het te weinig – en het verveeld nooit!

De andere vensterbank kijkt uit naar het oosten, met de mooiste zonsopgang en zicht op het terras. De vensterbank is op dezelfde hoogte als het het terras. Vóór die vensterbank staat mijn werktafel – het licht wat op de tafel valt is zacht, met nog weinig direct (fel) zonlicht. Eerst stond er alleen een lidcactus maar ook jonge plantjes en zaaigoed doen het met dat zachte licht goed. Het resultaat is een vensterbank met kleine bakjes en waarbij het steeds voller wordt. Ik zaaide in lege eierdozen, maar bij gebrek daaraan vouw ik repen krantenpapier tot kleine zakjes, die ik daarna vulde met potaarde.

Straks als het zaaigoed groot genoeg is, hoef ik het niet uit een bakje te peuteren/trekken maar kan het met papieren zakje zó de aarde in. Het papier lost in een paar weken vanzelf op.

Elke dag wordt het voller…. er staan terwijl ik dit schrijf al weer drie bakken bij.

Ik zaaide boerenkool, spruitjes, trostomaten, cherrytomaatjes en koriander en stopte de pitten van een zoete meloen in potjes. En dan bedenk ik me, dat voorzaaien niet verkeerd is, maar dat ik dat helemaal niet binnen hoef te doen! Binnen voorzaaien doe je om een voorsprong te krijgen op de groei, als het buiten nog vriest of veel te koud is. Maar dat speelt hier helemaal niet!

 

Krantenpapier, maar ook de eenvoudige bruine papieren zakjes van een broodje zijn heel geschikt!

De temperaturen zijn voor zaaigoed hier prima te doen, zowel overdag als ´s nachts.
Dus hup! Deuren open en alles op een beschut plekje naar buiten. Daar is veel meer ruimte!

Kan ik nog gauw wat extra zakjes vouwen…..

 

Baby plantjes

Het afgelopen weekend hebben we ons door het onkruid heen geploeterd en de grond doorgewerkt zodat het zacht werd. Klaar voor de baby plantjes!

Ik kocht 12 pootaardappelen ‘Picasso’ en het volgende aan kleine baby plantjes:

20 x prei

10 x bloemkool

10 x tomaten

10 x paprika

Ik pootte het van rechts naar links, omdat het land aan de rechterkant al klaar is en ik zo steeds een stukje aan de linkerkant verder kan uitbreiden.

De volgorde van planten deed ik ook van rechts naar links, op basis van wisselteelt. Elke plant neemt specifieke mineralen en voedingsstoffen op. Op deze bepaalde manier de groenten planten, zorgt dat de planten elkaar helpen en bevorderen met de groei. Ik pootte van rechts naar links:

Aardappelen / knoflook / paprika /tomaten /prei /bloemkool

Als ik na de oogst opnieuw ga zaaien/poten, schuiven alle groenten  één “bed” op naar rechts. Hierdoor nemen de planten in het nieuwe bed precies de goede voedingsstoffen op die de voorganger heeft aangevuld of heeft opgenomen. Wisselteelt dus.

Ondertussen was de tamtam in de buurt ook actief en kreeg ik uien, sla en rode kool toegestopt. Miniplantjes die meteen een plekje kregen in de tussenliggende bedden. Ook kreeg ik bonen. Geen bruine of witte, maar gemarmerd. Gele, groene en bruine streepjes en kringeltjes op een crème ondergrond: Kievitsbonen!

Het staat allemaal met de voetjes in de grond. E, de heer des huizes, kapte verderop, dieper in de vallei, lange bamboestokken van meer dan vier meter lang. Hij korte ze in en maakte precies op maat een rekwerk waar de tomaten en paprika’s tegenaan kunnen groeien met behulp van draden. De kievitsbonen zijn laagblijvers, die hebben geen rekwerk nodig.

Nu is het water geven en een heerlijk voorjaarszonnetje.

Alles in de grond. Groeien maar!