Tag: Buitenleven

Geen sportschool nodig

Als je een (moes)tuin hebt, heb je geen sportschool nodig… Er is altijd wat te doen. Helemaal als de tuin in een beschutte kom tussen de bergen ligt. Hierdoor is het in vergelijking met de kust gemiddeld 5 graden koeler, iets wat in de winter gewoon een stuk kouder voelt maar dat natuurlijk niet is. ‘s Nachts is het niet kouder dan 15 graden en overdag zonnig en rond de 21 graden. Ook is de kans op regen wat groter dan aan de kust of in het zuiden. Tel daarbij op dat het zeer vruchtbare vulkanische grond is, dan snap je dat alles hier erg goed groeit en bloeit. Groeizaam weer dus en eerste ronde wisselteelt zit er daardoor al op. Wat ik in november zaaide is inmiddels geoogst en alle groenten schuiven dan een plaatsje op in de moestuin. Zo blijft de grond gezond.

 

De composthoop… althans, die ligt hieronder.

 

De hele composthoop is aan het gezicht onttrokken door de Oost-Indische kers. Hier heet ‘ie Capuchina. De bloemen zijn eetbaar. 

Een rondje door de moestuin geeft op dit moment veel plezier, er is altijd wat te oogsten: sperziebonen, wortelen, een handvol aardbeien en avocado’s. Die laatsten zijn nog groen en hard, maar rijpen na op de vensterbank. Het is buigen, tillen en rekken om te oogsten: de sportschool hoef ik niet te bezoeken! Twee weken geleden oogstte ik de witte kolen. Ze blijven lang goed en je kan er heerlijk mee roerbakken.

 

Zoals ik al schreef, er is geen sportschool nodig om aan je beweging te komen. Vorig jaar in november pootte ik de aardappelen en vorige maand kon ik oogsten. Het is altijd een verrassing hoe groot de opbrengst is. Ik heb geen giek om de aardappelen omhoog te werken en los te woelen. Alles gaat met de hand: rondom de plant de grond loswoelen met een schepje en daarna voorzichtig de plant uit de grond trekken. Er hangen genoeg aardappelen aan, maar ook in de kuil die is ontstaan vind je nog genoeg losse aardappelen. Vers uit de grond en daarna op je bord smaken ze het allerlekkerste.

Hier is het de gewoonte om de aardappelen in stukken te snijden voordat je ze gaat poten. Dat is economischer dan voor elke plant één hele aardappel op te offeren. De enige regel die geldt, is dat je de aardappel in stukken snijdt en zorgt dat elk stuk een volwaardig “oog” heeft. Voor de analfabeten onder de aardappelkenners: een “oog” is dat dingetje aan de oppervlakte van je aardappel, wat je met de punt van je schilmesje uitsnijdt als je aardappelen aan het schillen bent. Dat “oog” is de uitloper waaruit weer een plant groeit. Eigenlijk een stekje dus. Als je een deel van de aardappel aan dat “oog”/stekje laat zitten, heeft de jonge aardappelplant voldoende directe voeding om de eerste weken door te komen en meer wortels te krijgen.  Op deze economische manier had ik veel minder aardappelen nodig om mijn nieuwe aardappelveldje helemaal vol te poten.

Aardappelen met “ogen” en uitlopers. Klaar om de grond in te gaan!

Wist je trouwens dat je heel eenvoudig zelf aardappelen kunt kweken?

Kijk even in je voorraad aardappelen. Heb je er eentje tussen met een uitloper of een “oog”? Dat is een prima aardappel om in de grond te zetten. Neem een grote emmer (kan gewoon die oude plastic emmer zijn die je eigenlijk weg wilde gooien). Maak wat gaten onderin zodat het water weg kan en vul de emmer voor 3/4 met aarde. Dat kan gewoon aarde uit de tuin zijn, daar is niets mis mee. Leg dan voorzichtig de aardappel in het midden, met het “oog” naar boven. Dek de aardappel af met een laag grond van 5-10 cm en geef regelmatig water. De aarde moet niet aldoor nat zijn, een beetje indrogen mag. Na een week of 4 zie je de eerste donkergroene blaadjes verschijnen. Plaats de emmer op een windvrije plek, in halfschaduw.

Heb je de aardappel in de emmer gedaan? Zet dan op die dag een kruisje in je agenda… Over ongeveer 100 dagen kan je oogsten! Keer de emmer om en woel met je handen door de rulle aarde, op zoek naar je zelfgekweekte aardappelen……

 

 

Buiten slapen

Het was heerlijk hoor, buiten slapen in je eigen bed onder een prachtige sterrenhemel. Met een licht briesje bij een temperatuur die niet onder de 24 graden komt in de nacht. Wakker worden van de zon die over de bergkam heen piept. Gezonde berglucht. Hoe mooi kan het zijn? Het schijnt echt heel gezond te zijn. En toch staat alles nu alweer een paar weken binnen. De reden was een grote bosbrand op Tenerife, die maar slecht onder controle te krijgen was. Elke zomer is het wel ergens op één van de eilanden raak. En steeds hoop je dat het snel geblust is en er geen gewonden vallen. Want indrukwekkend is het zeker!

Het kleine gehuchtje waarin we wonen heeft een heuse buurt-app. Er wordt van alles in besproken. Natuurlijk ook de brand op het buureiland en hoe snel zoiets kan ontstaan. Het vuur blééf maar om zich heen grijpen omdat er veel naaldbomen groeiden in een gebied wat nauwelijks toegankelijk was door de steile berghellingen. Er was in eerste instantie alleen veel natuurschade maar in de loop van de dagen groeide het vuur naar ongekend formaat en bedreigde het ook de bewoonde wereld. Huizen en dorpjes werden ontruimd, dieren werden naar de opvang gebracht en mensen sliepen bij familie, vrienden of in grote sporthallen. Afwachtend tot het vuur geblust zou worden, of zou passeren en men weer terug kon naar huis. En terwijl je dan met alleen het hoognodige daar zit, hoor je verhalen over plunderaars die in verlaten dorpen hun kans schoon zien.

Bron: Diariodeavisos.

 

 

Het is allemaal op Tenerife.

Maar in het voorjaar heeft op uitnodiging van de buurtvereniging een (bos)brand-deskundige bij ons in het gehuchtje, een lezing gegeven. Hoe grijpt een bosbrand om zich heen en welke factoren kan je zelf beïnvloeden. Dit werd opnieuw besproken in de buurt-app. Wat kunnen we zelf doen om de bosbrand niet te “voeden”. Eén van de dingen is, om zo min mogelijk droog materiaal in de buurt van je huis te hebben. Een berg snoeiafval, vuilnis of een stukje tuin met dorre planten: meteen opruimen en afvoeren. Bouwmaterialen en hout voor de kachel: verder van huis, of binnen opslaan. Struiken en bomen snoeien zodat ze niet direct tegen je huis aan groeien. Bouwlandjes die braak liggen: kort houden en droogmateriaal afvoeren. Op dit moment is de brand op Tenerife. Maar ook hier hebben we vaak een code oranje in verband met de kans op bosbrand. Het is deze zomer nog nooit zo warm en droog geweest.

Opnieuw bekeken we de tuin en alles er omheen. Wat konden wij nog verbeteren? Welke zaken zijn in onze omgeving een risico? Is het in dat opzicht dan wel handig om ons bed buiten te hebben staan? Wat doen we als er hier in de omgeving een bosbrand ontstaat? Zijn er dingen die je mee moet nemen – en welke? Welke dingen zijn handig om op een vaste plek neer te leggen (belangrijke papieren) en waar ga je naar toe? Ik werd er onrustig van. Toen de brand op Tenerife groter werd, roken wij vooral in de nacht de brandlucht en zagen we de zon overdag door een grijze sluier. Binnen slapen voelde – ondanks de warmte – opeens toch een stuk fijner. Dus sleepten we alles weer naar binnen….

En het slaapt al weken een stuk rustiger!

 

Weer stroom

En ja hoor, na bijna 48 uur hebben we weer stroom. Overal zien we langs de weg grote aggregaten staan die het eiland voorlopig moeten gaan voorzien van stroom. De oorzaak is achterstallig onderhoud en onderdelen die al 10 jaar (!!) geleden vervangen hadden moeten worden. Gelukkig hebben naburige eilanden hulp geboden en komt het gewone leven weer op gang. Sommige gehuchtjes moeten nog even geduld hebben maar kregen aan het eind van de week ook weer stroom.

In de winkel (waarvan ook een online versie is) valt een enkele keer de stroom nog uit maar verder hebben we geen problemen meer. De overheid meldt via krant en media dat iedereen een schadeformulier kan downloaden en insturen. Als ik zo hier en daar erover vraag, halen velen hun schouders op. Ach…daar komt niets van terecht is de tendens. Enfin, ik heb toch maar een formulier ingevuld en opgestuurd. Als extra bijlage heb ik een foto van de openstaande, ontdooiende vriezers erbij gedaan en een lijstje met alle producten. We gaan het wel zien.

De supermarkten zijn weer open, de koel- en vriesvakken zijn compleet leeggehaald. Zij hebben nog meer schade dan alleen onze twee vriezers. Alles moet opnieuw aangeleverd worden. Het grappige is dat de kleine gesprekken op straat of in een winkel nu niet gaan over het weer, maar of je alweer stroom hebt.

In de dagen na de stroomstoring lopen de temperaturen steeds verder op. De overheid vraagt om zo min mogelijk gebruik te maken van airco’s. Maar ja, dat gaat bij velen niet van harte als het overdag boven de 36 graden is. Wij hebben er geen maar  Bij ons op de veranda in de schaduw en windstil, tikt de thermometer de 40 graden aan. ‘s Nachts wil het met zo weinig wind maar slecht afkoelen en ook het huis warmt op. De ramen tegen elkaar open zetten heeft weinig zin als er geen wind is. Daarom slepen we ons bed naar buiten. Dat slaapt vast beter…

Het bed op pootjes waardoor er ook “verkoelende” lucht onder het bed door kan. Maar of het helpt bij deze temperaturen……?

 

 

 

 

Stroomstoring

Door een stroomstoring werd ik vanmorgen al vroeg wakker: het was stiller in huis dan gebruikelijk. Geen zacht gezoem van vriezer en koelkast. Ook de weinige straatverlichting die wij zien, was uit. Nou ja… stroomstoring dus. Terug in bed want het was nog vroeg.

In de loop van de ochtend is er nog niets veranderd. Het enige wat onrustig maakt, is dat we ook geen internet of mobiel bereik hebben. Dat is een heel vreemde gewaarwording! Opeens merken we hoe we aan een mobieltje vast zitten. Even het nieuws lezen, berichtje sturen..het kan allemaal niet. Gelukkig hebben we gas in de keuken dus kan ik gewoon een ontbijtje maken.

..de tijd verstrijkt en we zitten inmiddels al 10 uur zonder stroom. Angstvallig hou ik de deuren van de vriezers dicht en alleen als ik zéker weet wat ik uit de koelkast moet pakken, gaat ‘ie snel open en dicht. De buurman is naar de stad gereden en komt terug met een bizar verhaal: er is brand geweest in de enige elektriciteitscentrale die het eiland rijk is, en de hele centrale ligt plat!

We hebben geen backup vanuit een ander eiland met een kabel die onder zee loopt. De enigen die minder last van de stroomstoring hebben zijn de huizen die zonnepanelen hebben. Heb je daarnaast ook nog batterijen, dan ben je nu helemaal spekkoper, want kan je eigenlijk gewoon je gang gaan. Hoogzomer en de zon de hele dag aan de hemel.. nou dan willen die batterijen wel opladen! Onze aanvraag voor zonnepanelen zit in de molen bij het installatiebedrijf. Daar hebben we nu niet zoveel aan maar toch….

We smeren broodjes, koken thee en maken er maar het beste – eenvoudigste – van qua eten. Helemaal niet erg, er is genoeg in huis. We lopen alleen een beetje met onze ziel onder de arm om iets te gaan “doen”. Ook de klusjes, die er nog genoeg zijn, moeten blijven liggen want bij vrijwel alles is iets met een stekker nodig!

We blijven zo lang mogelijk buiten, ook als het al schemert. Daarna gaan we naar binnen, steken een paar kaarsjes aan en zetten de lamp die opgeladen is met zonne-energie maar op tafel. Het is niet anders.

Er gaat niets boven Philips…. nou, daar doe je nu ook niets mee!

 

Kalm aan

Kalm aan, want de temperaturen blijven hoog. Soms tikken we nét de 40 graden aan in de schaduw. We moeten er weer even aan wennen en omschakelen naar een rustiger tempo. Met deze temperaturen staat het werk rondom het huis stil. Als we thuiskomen uit de winkel hangt de warmte nog in de vallei. Binnen is het ongeveer 10 graden koeler (“oh heerlijk! hier is het lekker fris!” roepen we dan). Pas als de zon achter de bergen verdwijnt gaan we naar buiten maar de thermometer komt in de avond en nacht niet onder de 25 graden.

De tuin aan de voorkant van het huis krijgt langzaam zijn definitieve vorm en alle planten hebben het naar hun zin. De druiven kennen de term “kalm aan” niet. We kregen ze in maart als onooglijke kale stokken (“zet ze voor 3/4 in de grond, geef ze water en wacht maar gewoon af”)  en zijn nu tweeëneenhalve meter hoog! Er zijn dagen bij dat ze zomaar 20 cm groeien! We leiden ze over een bamboe boog, zodat de toekomstige trossen mooi vrij hangen.

De ingang (het pad door de tuin) naar het huis hebben we verplaatst naar een iets hoger punt, tussen de drastisch gesnoeide palmboom en de schuur. Omdat er regelmatig honden uit te buurt door onze tuin wandelden en Bas geen idee heeft wat wegjagen is (alleen maar fijn zo´n rustige hond!) heeft E, de heer des huizes tussen de schuur en palmboom een hekje gemaakt.

 

Dat scheelt een boel ongewenst bezoek!

Ook een beeld, waar ik drie jaar geleden mee begon, heeft eindelijk zijn definitieve plekje gekregen. In 2018 maakte ik het hoofdje, waarna het lange tijd op de plank lag. In 2020 wist ik hoe ik verder wilde en maakte haar lijf. Lange tijd stond ze in de vensterbank te wachten op haar uiteindelijke “looks”. Ze kreeg een basiskleur in brons, met daaroverheen in flarden oud-bruin. Het moest vooral niet te “strak” in de kleur zitten. Nu ze klaar is, weten we vrijwel meteen waar ze moest komen te staan: in de tuin, tussen de rozenstruik met bloedrode rozen en de uitbundige roze Bougainville….

E, de heer des huizes groef een gat, maakte een mal en mengde beton. Want ze moet natuurlijk wél stevig staan!

 

Aan de voet van het beton komt een roze bloeiende vetplant. Die zal het beton een beetje aan het oog onttrekken.

 

Dat ik haar met een knipoog het vrouwtje van Stavoren noem, begrijp je wel bij het zien van deze detailfoto 😉

Eigenlijk valt “kalm aan” best wel mee. We doen heus nog wel wat, het gaat allemaal alleen op een wat rustiger tempo!

 

 

 

Zomer

Zomer! Het is begin juli en we hebben voor het eerst temperaturen boven de 30 graden. Vér boven de 30 graden, de thermometer onder de veranda (dus in de schaduw) geeft 36 graden aan… Ook dát hoort erbij. We hebben een bijna koel en wispelturig voorjaar gehad, met relatief weinig neerslag. De droogte zit daardoor al flink in de grond en nu in de zomer, gaan de temperaturen opeens flink omhoog. Het resultaat is veel droogte en droge terrassen waarop niets wil groeien, zelfs geen onkruid of gras.

De tuin water geven doen we “automatisch” met een druppelsysteem waarbij er geen water verspild wordt op plekken waar niets staat. Maar het maakt de boel wel kaal én (mooie bijkomstigheid) onkruidvrij. Het kleine terrasje onderaan de trap met olijfboom avocado en sinaasappel ziet er met een zandbodem behoorlijk kaal uit. Het is nu in de zomer té warm om daar overdag te zitten. De drastisch gesnoeide olijfboom (drie stammen laten staan en die vrij houden zodat de zon daarbij kan komen) moet aan de bovenkant opnieuw uitgroeien tot een mooi vol bladerdak. Het begin is er, maar echt in de schaduw zitten, is er nog niet bij.

De Flamboyante die nog geen 50 cm hoog was toen we hier gingen wonen – en door de verkopers een beetje opgegeven was – heeft door het weghalen van omliggende plantjes en “rommel” ondertussen begrepen wat er van hem verwacht wordt en is nu 1.20 hoog. Hij groeit als kool en ook daaronder zullen we met een paar jaar heerlijk in de schaduw kunnen zitten. Maar nu is het nog te vroeg.

Kijk zó moet de Flamboyant er over een paar jaar uit zien!  Foto: © sapocka/123RF

Als klap op de vuurpijl hebben we met deze warmte ook een Calima. Geen superzware, maar irritant genoeg voor luchtwegen en ogen. Op onderstaande foto kan je het effect ervan duidelijk zien. Normaal gesproken kunnen we tussen alle bergwanden door de blauwe hemel en een klein stukje van de oceaan zien, aan de horizon zien we dan overdag het silhouet van het buureiland en in de avond zijn daar duizenden lichtjes te zien van de dorpen en steden. Nu zijn de eerste bergwanden al wazig en hoe verder je kijkt, hoe slechter het zicht is. Van een blauwe hemel is geen sprake, laat staan van het stukje oceaan of een glimp van het buureiland.

Met zoveel droogte en warmte gaat er ook weleens een plant van ons dood. Deze keer was het een plant in pot die ter decoratie tegen de gevel van de winkel stond.

Het was een stranddruif op stam, die over het algemeen goed tegen droogte en warmte kan. Helaas ging het in een pot niet zo goed en zag ik hem heel langzaam wegzakken in een stille dood. Het stammetje van ongeveer 60 cm hoog bleef over. Ik liet het een paar dagen staan, nog niet in beeld welke plant ik er dán voor in de plaats zou zetten. Maar, dat zielige stammetje bracht mij op een idee!

Tóch iets fleurigs aan de gevel bij de winkel, maar geen kokende wortelkluit meer in de pot!

 

Het dak op

Het dak. Er moest nog wat aan gedaan worden: De grote lekkage waarbij het dak voor een groot deel geïnspecteerd en gerepareerd was, is nog niet helemaal waterdicht. Dat wisten we al, want begin dit jaar zagen we opnieuw nattigheid in het atelier.

Het lekt niet heftig, maar op verschillende plekken hangen er na een regenbui toch weer druppels aan de balken en vormen zich in een paar uur kleine plasjes regenwater in mijn atelier. Het is echt niet te vergelijken met De Grote Lekkage maar het is nog niet compleet dicht dus. Dus maken de mannen ( E, de heer des huizes en vriend D) opnieuw plannen om het dak op te gaan. Ze bespreken, rekenen, tekenen en overleggen en de weersverwachting wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Wat gaat het weer doen de aankomende dagen.

Komt er regen aan en hoeveel regen? Er wordt een inschatting gemaakt qua werkzaamheden: ze denken ongeveer 3-4 dagen. Ze beslissen om ´s morgens tot een uur of 14:00 uur te werken en daarna nog een klein staartje aan het eind van de middag op te pakken. In de tussenliggende tijd een goede lunch en een lekkere siesta. Zo gaat het plan worden.

En dan is het zover en gaan de mannen het dak op. Ze starten op dinsdag , pas op vrijdag wordt er wat regen verwacht dus een klein beetje opschieten is het wel, en er moet niets tegen zitten.

Als de mannen nog maar een uurtje op het dak staan, wordt duidelijk dat het beter is om alle dakpannen eraf te halen om een goed beeld te krijgen van waar het lastige lek zit. Dat – die dakpannen eraf-  is een klus die veel tijd vergt…..

Vol goede moed geven E en D de dakpannen aan ons (vriendin J en mij) aan. We stapelen ze netjes op. Er komt veel vuil onder vandaan en we zien bedenkelijke gezichten op het dak. Er wordt overlegd. De mannen besluiten om de volgende dag ook de rubberen onderlaag van het dak te halen, het is deels al erg oud en nu de dakpannen eraf zijn, zien ze dat het aan de zijkanten niet goed aansluit.

Daar, op die zijkanten, heeft het regenwater al jaren vrij spel gehad. Daar kan het vrij tussen verdwijnen en een weg vinden in de muur, langs de muur en langs het houten dak. En zo geschiedde. Het oude rubber ligt er in delen op met heel veel naden en dus met meer kansen op lekkage. Opnieuw wordt dit een klus die veel tijd vraagt….

Het houten dak komt tevoorschijn en tussen de naden van het hout zien beide mannen veel dode, maar ook heel veel levende miljoenpoten. Die kleine griezels vielen zomaar uit het niets naar beneden als ik aan het schilderen was! Dat wordt een grondige schoonmaak van het nu kale dak.

E, de heer des huizes en ik controleren tot laat in de avond alle dakpannen op breukjes en verwijderen handmatig (ik) of met een slijptol (E) de resten cement aan de onderkant van de dakpannen. Er is in het verleden hier en daar willekeurig cement gesmeerd om eerdere problemen (lekkages? ratten onder het dak?) daarmee te verhelpen.

 

Aan de binnenkant van sommige dakpannen kom ik prachtige fijn vertakte schimmeldraden tegen..

We bekijken regelmatig de weersverwachtingen…. de verwachtte regen schuift steeds een paar uur of een halve dag op. De weersgoden zijn ons goed gezind!

De mannen rijden naar de bouwplaats, bestellen zware materialen die 100 traptreden op gesleept moeten worden.  Aan de zijkanten van het dak bikken ze dikke klompen cement weg en peuteren ze het vuil uit de kieren. Als het dak helemaal schoon en naar wens is, zien ze dat het dak enigszins doorgezakt is naar één punt. Een punt waar het hout nog vochtig is.

Opnieuw bedenkelijke gezichten, nu ónder het dak, in mijn atelier. Ze kijken naar het hout boven hen. Er zit een “zak” in het dak. Het is een doorbuiging van het hout, waardoor het regenwater naar één punt loopt en langer blijft staan dan wenselijk is. Er moet een draagbalk geplaatst worden om het dak weer in één aflopende lijn te krijgen, zodat het regenwater sneller afgevoerd wordt. Aldus geschiedde. De draagbalk wordt besteld, geschaafd, gelijmd en gelakt. Klaar om geplaatst te worden.

De mannen zetten de balk op zijn plaats en met hulp van ladders en een krik kunnen ze het hele dak in de goede positie “liften”. Tijd om de balk definitief te bevestigen is er niet. Eerst gaan de mannen de rubberen laag op het dak maken, binnen 12 uur gaat het regenen!

Je ziet de laaghangende bewolking al boven de bergtoppen!

Het was een dag werk, maar de rubberen laag zit er op. Af en toe vallen er wat spetters… Het dak is voor zover klaar dus gaan de mannen binnen aan de slag om de zware draagbalk definitief op zijn plek vast te zetten. Een andere buurman smeedde prachtige ijzeren houders om de balk te dragen. De balk past er precies in. Bij het bevestigen van de houders raken ze een elektrische leiding (huh…? waarom zit op deze plaats een elektrische leiding in de dikke muur?!) maar dat mag de pret niet drukken. Het dak is dicht!

De ochtend van 5 juni begon met prachtige kleuren bij zonsopgang maar het veranderde al snel. Er trokken buien over met heel veel regen. Stortbuien. Zóveel regen, dat het in straaltjes langs het kozijn, tussen het kozijn en de muur, en langs binnen- en buitenkant van het raam stroomde. Het ging hard! Het was hollen met handdoeken om alles weer droog te krijgen.

E, de heer des huizes heeft tussen twee stortbuien door een tijdelijke oplossing gemaakt waardoor het hemelwater niet direct aan de buitenkant langs de muur en het raam stroomt want dat was het probleem. Er liggen immers nog geen pannen op het dak die een beetje oversteken over de dakrand.

 

De regen is zo heftig, dat geeft vaak stenen op de weg. Voorzichtig autorijden – maar eigenlijk liever niet – op zulke dagen.

Voor de natuur is het heerlijk, dat frisse regenwater. Op de foto hierboven zie je allerlei smalle witte streepjes op de berghellingen: wilde stroompjes en watervallen die richting lager gelegen delen en de stuwmeren gaan. Zoet water voor de natuur en de mens.

De dag erna wat er weer een strakblauwe lucht en werden er nieuwe boeiboorden gezaagd, en gelakt, gingen de eerste pannen er op en werden randen nauwkeurig aangesmeerd en waterdicht gemaakt.

Binnen, onder het nieuwe dak, blijft alles droog. Ik kan mijn atelier weer inruimen na 10 dagen hard werken van de mannen. En oh wat ben ik dáár blij mee!!