Zij van dat Eiland

Over het wel en wee op een eiland in de Atlantische Oceaan

Breek de dag, tik een eitje!

Naast ons ligt een moestuin, op verschillende terrassen die steeds 2 meter lager liggen, afgebakend met muurtjes van grote stenen en rotsen die van het land af kwamen. De eigenaar – Ramon – verbouwd er van alles, ongeveer 9 maanden per jaar. Alleen in juni, juli en augustus liggen de moestuinwerkzaamheden stil in verband met de (te) hoge temperaturen. Maar in september gaan de eerste zaden, aardappels en jonge plantjes de grond weer in en is hij er vrijwel dagelijks mee in de weer. Het is net zoals in Nederland, maar dan anders: in Nederland ligt de moestuin stil in de koude winter, hier ligt de moestuin stil in de hete zomer.

Na de zomer is Ramon bijna dagelijks in zijn moestuin te vinden, het is een fijne aanvulling voor het onderhoud van zijn gezin met opgroeiende puberkinderen. Wieden, snoeien, opbinden, afknippen… alles wat aan groen van de moestuin komt, gaat naar zijn kippen, helemaal op het onderste terras, bijna op de bodem van het ravijn. Ramon is goed voor zijn kipjes. Ze hebben een heel ruim verblijf van gaas, met deels planken en een klimplant over de bovenkant, voor de schaduw. Als ik op het balkon sta, hoor ik ze zacht en tevreden koeren en tokken. Het lijkt alsof ze tegen elkaar praten, zo gezellig!!

Ondanks een hoog ommuurde tuin hebben we geen ruimte voor een toompje kippen. Het leuk me zo leuk, van die bolle dametjes in de tuin en af en toe een eitje, supervers! Jammer hoor, maar niet getreurd, ik maakte met verf en penseel mijn eigen kipjes boven de keukendeur….

Watermanagement

Het afgelopen jaar is er bij ons, vlakbij zee op het lagere gedeelte van het eiland, slecht op een paar dagen regen gevallen. Let wel, geen dágen regen zoals in Nederland, maar: op een paar dagen wat buien of buitjes. Als het regent, is het tussen oktober en maart. Doordat de temperaturen in die periode overdag niet zo hoog zijn en de nachten vochtig zijn, veranderd het eiland dan al snel in één groene vlakte. We hebben dan zelfs weleens wat dauw ´s morgens vroeg! In die koelere periode (18 – 23 graden) kan je als het ware alle planten hóren groeien. Wat eerder nog een woestijnlandschap leek, heeft opeens een groene waas en niet lang daarna groeit en bloeit alles!

 

In de bergen is het van oktober tot maart aanzienlijk koeler, zo tussen de 10 en 16 graden. In dat gebied valt daardoor vaker regen en hangt er meestal bewolking, in ieder geval in de late nacht en vroege ochtend. Het vocht in deze bewolking slaat neer op de bomen en struiken: voldoende vocht waardoor dit gedeelte van het eiland altijd groen is. Dit dichtbeboste gebied heeft de naam Garajonay, is bekend door zijn eeuwenoude laurierbossen en staat inmiddels op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

Garajonay. Een gebied waarin je eindeloos kunt wandelen.

Hoe verder je naar de kust rijdt, hoe minder regen er valt. Zoals ik deze blog al begon, het regende slechts een paar keer het afgelopen jaar. La Gomera heeft geen ontziltingsinstallatie om het zeewater om te zetten naar zoetwater, al zijn er wel veel gesprekken, debatten en onderzoeken. De eerste ontziltingsinstallatie op de Canarische Eilanden stamt uit 1964 en staat op Lanzarote. Sindsdien werden op de grotere Canarische Eilanden meer ontziltingsinstallaties gebouwd en in gebruik genomen. Maar dit kraanwater is bij lange na nog geen drinkwater – zie onderstaande tabel. In de rechterkolom (weliswaar in het Spaans) is te lezen dat in sommige streken het kraanwater helemaal niet gedronken mag worden, of niet door kinderen onder de 3 jaar, of zwangere vrouwen…. 🤔

Bron: @TappWater

Terug naar de regenbuien. Die zullen waarschijnlijk minder of anders worden, aangezien het klimaat wereldwijd veranderd. Er zijn inmiddels jaren waarin de waterbekkens bijna niet worden aangevuld in de winter, door het uitblijven van “fatsoenlijke” regenbuien. In de krant lezen we regelmatig hoe groot de waterreserves zijn. Zeven jaar geleden was bijvoorbeeld in maart al 80% van de bekkens gevuld. Een goed jaar dus.

Aangezien op La Gomera (nog) geen ontziltingsinstallatie staat, wordt de regen dus zoveel mogelijk opgevangen en gekanaliseerd naar 37 speciaal aangelegde waterbekkens, waarvan er 24 groter zijn en meer lijken op een stuwdam (Presa de Embalse). Met dit water worden wij voorzien van zoetwater. De waterbekkens liggen verspreid over het eiland vanwaar het na zuivering gedistribueerd wordt naar de dorpen en huizen. Maar ook hier geldt: kraanwater maar geen drinkwater.

Presa “La Encantadora” – Vallehermoso
Close up van het kleine gehuchtje wat bij het waterbekken “La Encantadora” ligt…

Dit voorjaar hadden we een paar buien en daardoor vrij lege bekkens waarmee we de zomer in gingen. Er wordt dan op allerlei manieren aandacht gevraagd om zuinig te zijn met watergebruik. Bijvoorbeeld met publicaties en flyers, maar ook door in de nacht of avond het water tijdelijk af te sluiten.

http://www.7-vidas.es/wp-content/uploads/2017/08/water.jpg

Puur water, gefilterd door de bergen. Epina – La Gomera

We zijn ons ervan bewust dat zoet water geen vanzelfsprekendheid is. Kort douchen, waterbesparende wasprogramma´s van de wasmachine, kraan dicht bij tandenpoetsen en dweilwater gebruiken bij de toilet. Het is verboden om zelf je auto op straat te wassen en soms wordt er gevraagd om ook geen tuinen te sproeien. Bij gebrek aan goed drinkwater, kopen we dus water in flessen. Regelmatig rijden we met een grote voorraad 8-literflessen van de supermarkt naar huis. Maar dat plastic wat we daarmee gebruiken, zit me niet lekker. Misschien toch tijd voor een eigen filtersysteem onder in een keukenkastje deze winter?

Van vroegâh

Ik schreef al eens over het missen van Nederlandse levensmiddelen en hoe fijn het is om af en toe (op een vrije zondagmiddag..) iets uit de voorraadkast op te duikelen en lekker te genieten: thee met een stroopwafeltje, een boterham met boter en hagelslag, of een andijviestamppot met echte rookworst. Onlangs kwam mijn oudste schoolvriendin hier op bezoek en nam een schat aan lekkers mee, onder andere échte rookworst. Want ook al komt hier aan zee de temperatuur vrijwel nooit onder de 18 graden, ik maak vrijwel elke winter een echte pan erwtensoep, mét worst! De geur of smaak van een gerecht brengt je dan op zulke momenten terug in de tijd. Altijd macaroni of tomatensoep op zaterdag, frietjes of pannenkoeken als je jarig was en …. vul maar in! En wat dacht je van muziek? Zoek iets op waar je vroeger idolaat van was en luister er naar. Voor je het weet ben je járen terug in de tijd en als je weer bij zinnen komt, zijn er úren verstreken…

Nee, ik hang niet heel zwaar naar vroeger, maar ik vind sommige dingen van jaren geleden vaak wel mooier. Misschien wordt het een beetje gevoed door de huidige wegwerpmaatschappij, het niet meer in Nederland wonen en hier en daar een beetje melancholie? We worden immers allemaal een daggie ouder, nietwaar? Of is het omdat nu de dagen korter worden en het ´s avonds eerder donker is waardoor je weleens terugkijkt?

In Spaanse huizen is de keuken een belangrijke plek en is er bijna altijd ruimte voor een eettafel. Zo ook bij ons. En alleen in de keuken viert mijn nostalgie hoogtij. Een boerenbont koekblik op een rood-wit geblokt tafelkleed, een grote rode soeppan bovenop de kastjes en aan de wand een crèmekleurig geëmailleerd hand- en theedoekenrekje.

In de kastjes groeit heel langzaam het boerenbont servies: Een heuse botervloot, een paar soepkommen en koffiekopjes met schoteltjes (oh, zo heerlijk truttig!). Niet het nieuwe boerenbont is wat ik zo leuk vind, maar de oude serie, die vaak al jaren ergens in een kelder staat. Vergeten. In mijn hoofd vervang ik al het IKEA servies in mijn keuken al voor boerenbont ontbijtbordjes, grote- en diepe borden en schaaltjes. Nee, geen 12-delig servies zoals bij mij vroeger thuis, maar overal 4 stuks van. Dat zou toch mogelijk moeten zijn? 🤔🤭 🙂

Maar ook: een Keulse pot, voor de pollepels die mee kwamen uit Nederland en waarvan ik er nog meer wil, zo´n stenen “bakje” met houten deksel, voor het zout, méér rood-wit geruite theedoeken (pompdoeken? van DDD? wie kent ze nog?) en bijpassende handdoeken. En… en… en…

Ik snuffel weleens op internet en zie al die leuke dingetjes van toen voorbijkomen. Een feest van herkenning! Wat is het leuk om terug te zien en wat zal dat leuk staan in de keuken! Zie hieronder een collage. Volgens mij past dat met geen mogelijkheid in mijn keuken……

Herfst

Wij hebben geen schotel op het dak waarmee we Nederlandse televisiezenders kunnen ontvangen. We missen het niet, ooit nog wonend in Nederland was het al niet veel soeps en ik geloof niet dat er veel verbeterd of veranderd is. In de loop van de jaren luisteren we ook steeds minder naar de Nederlandse radio. Er blijven zo hier en daar favoriete programma´s en er voor of er na horen we dan fileleed en het weerbericht. In deze tijd van het jaar dalen de temperaturen weer drastisch en horen we berichten van mist, regen en al vroeg donker.

Ook hier zijn de zomerse temperaturen aan het zakken. We schommelen nu tussen de 22 en 25 graden overdag en rond de 20 graden in de nacht. Ook de wind trekt heel voorzichtig een beetje aan, kenmerkend voor de herfst en winter. De ventilator waar ik over schreef, hangt er nog steeds hetzelfde bij. Prachtig om te zien maar nog steeds niet werkend. We hebben veel contact met de leverancier die inmiddels een afstandsbediening heeft toegestuurd die bleek te missen. De inhoud van het pakketje was de afstandsbediening waarmee je de ventilator aan- en uit kan zetten (met Chinese tekst erop!!), maar ook een soort ontvanger die nog in de ventilator geplaatst moest worden. Daarna zou ie het écht doen…écht!

Nou…. nee dus.

Gelukkig is het niet meer zo warm als in september. De heer des huizes heeft na ontvangst het een en ander geïnstalleerd maar voor de rest is er niets veranderd. Het ding werkt niet. Er is geen blokkade want geef je het ding een slinger met je hand, dan draait de ventilator zonder problemen. Gebruik je de afstandsbediening, dan is er alleen – net als toen – alleen een luid gebrom te horen. Opnieuw contact gezocht met de leverancier en er is volledige medewerking om het probleem op te lossen…..maar ja, daar draait de ventilator niet door.

Enfin, er is een nieuwe motor onderweg.

Een snelcursus Chinees is misschien handig…

Mannetjes met fluitjes

De hoofdstad van dit eiland telt ongeveer 6000 inwoners, (waarvan wij er twee zijn 🙂 ), ligt tussen twee bergruggen, met in het midden het diepste gedeelte van de vallei, in de vorm van een soort geul. Deze geul wordt gebruikt om overtollig regenwater af te voeren naar zee.

De hoofdstad is een verdeeld in vier wijkjes. Je hebt als eerste het oudste gedeelte, met nog huisjes uit vroeger tijden, toen er nog geen havenarm was en soms de zee tot in de straten stond. De deuren zijn daarom vaak iets hoger geplaatst, met een klein stenen opstapje (of trapje) om binnen te komen. De huisjes zijn over het algemeen heel erg klein en hebben kleine raampjes en dikke muren. In het straatje naast de winkel staat nog een rijtje met deze “dwergjes”. Snoezig, maar vaak is er wel een grote renovatie nodig, als je het al zou kunnen kopen: men houdt het in de familie of vraagt er op dit moment (anno 2021) de hoofdprijs voor. In dit gedeelte van de stad vind je de winkeltjes en de meeste restaurantjes.

Dan heb je de wijk ‘El Calvario’ aan de andere kant van de vallei. In dit gedeelte staat ook de dag en nacht ronkende energiecentrale ‘El Palmar’. Een stampende combinatie van buizen, pijpen die met veel gebrom dikke wolken rook uitbraakt. Dag en nacht: het is de energievoorziening voor het eiland. De huizen hier zijn een stuk later gebouwd dan het centrum en hebben bijna allemaal een bovenverdieping, soms met een sierlijke balustrade voor een inpandig balkon. We komen er maar weinig, het is echt een woonwijk. Langs El Calvario loopt de weg de bergen in die naar het zuiden en westen voert.

Achter de oudste wijk, is een nieuwere wijk gebouwd, ergens in de jaren ’80 en later. Het zijn allemaal gebouwen met meerdere woonlagen, maar niet meer dan 3 of 4 hoog. De appartementen hebben een heel klein of een Frans balkon en zijn over het algemeen niet echt groot. Elk gebouw met woningen (“edificio”) heeft een eigen naam. Zo weet je al snel bij benadering waar iemand woont als hij zegt dat ‘ie in edificio Miramar, of Ancor woont. In de entree hangen alle brievenbussen en de vloer en wanden zijn bekleed met natuursteen of marmer. Achter deze wijk ligt het scholencomplex, een bedrijventerrein, het gezondheidscentrum en nog iets verderop het ziekenhuis. Het ligt allemaal in de vlakte en het diepste gedeelte van de vallei.

Als laatste heb je nog een gedeelte van de stad die óp de rechter bergrug is gebouwd. Je komt er door de slingerende weg door het oude deel te rijden, naar boven. In dit gedeelte van de stad staat wat ouder en nieuwbouw door elkaar. De kleine moestuinen en wat grotere landerijen liggen hier tussen de verspreid gebouwde huizen. Aan het einde van dit deel staat ook de enige vuurtoren van het eiland. In deze hoger gelegen wijk is één lagere school. Ik hoor vaak om half negen de bel (een soort geloei van een toeter) als melding om de klas in te gaan.

Jaren geleden woonden wij in de buurt van het grote scholencomplex, in de vallei. Een kleine woning, tussen andere woningen geplakt, met een klein dakterras. Ons bed was op het dakterras en daardoor hoorde ik het in alle vroegte al, driftig gefluit. Het bleken mannetjes te zijn, met fluitjes. Ze regelen het verkeer ‘s morgens als de auto’s en bussen aankomen bij de scholen en de naastgelegen sportvelden. In datzelfde deel staat een ‘internaat’ waar de kinderen verblijven die vanuit verre windstreken van dit kleine eiland naar het voortgezet onderwijs gaan. Andere kinderen worden dagelijks opgehaald met kleinere bussen of door ouders met de auto naar school gebracht. Fietsen kan hier niet zo goed met al die bergen.

Elke ochtend mengen auto’s en bussen zich dus tussen het dagelijkse verkeer wat naar het bedrijventerrein of ziekenhuis moet. Ze slaan af, om op doodlopende zijweggetjes de leerlingen uit te laden. Als ze – gedraaid- de doorgaande weg weer op willen, kan dat niet door het doorgaande verkeer. Het is on-Gomerees en daardoor soms een beetje onoverzichtelijk.

Vanuit de overheid denkt men echter dat deze ‘drukte’ gevaarlijke situaties kan opleveren. Daarom hebben ze nu vijf (5!!) agenten ingezet. Om 07.30 komt er een busje aangereden en vijf mannetjes in vol ornaat komen daaruit gestapt. Ze nemen hun plaats in op verschillende plekken rondom de doorgaande weg en bij de doodlopende straatjes. Alle vijf zijn ze voorzien van een belangrijk hulpmiddel zijnde een fluitje, wat ze driftig gebruiken. Ik krijg de indruk dat ze er zelfs al fluitend door ademen want er komt geen einde aan.

De mannetjes zijn, en voelen zich heel belangrijk. Wee je gebeente als je niet oplet, niet op tijd stopt of gaat rijden. Ze vertellen al fluitend druk gebarend wat je verkeerd doet en hoe het wel moet ;-). Een wild (maar ook fascinerend) fluitconcert waarbij de één het nog driftiger doet dan de ander en waarbij de één nog meer gebaren kent dan de ander. Ik keek mijn ogen uit toen ik op een dag onderweg was en opeens begreep wat we aldoor hoorden op het dakterras.

Na een uur is het hele feest voorbij. Alle koters zitten in de klas en de ouders zijn onderweg naar huis of werk. Binnen enkele minuten zitten de fluitende mannetjes dan weer in hun busje en is de rust weergekeerd.

mannetjes, fluitjes, verkeer, school

Nu wonen we alweer wat jaren in het bovengedeelte van de stad, verder weg van de scholen en horen de fluitende mannetjes niet meer. Maar toch, als ik de toeter hoor om half negen van het enige schooltje hier in de wijk, moet ik er nog vaak aan denken.

Een fijne werkplek is goud waard

Atelier, kantoor, keuken of de garage, als je werkplek is ingericht zoals jij het lekker vindt, ben je er veel te vinden en komt het je creativiteit ten goede. Zo ook hier.

Hierdoor kijk ik liever bij winkels online en soms vind je iets wat je met een beetje creativiteit voor een heel ander doel kunt gebruiken. Mijn tafel in het atelier werd er daardoor eentje van tweeënhalve meter lengte (!) en 1.40 meter breed: er waren grote aanrechtbladen in de aanbieding 😉 en dat zijn prima werkbladen! Ze zijn door de heer des huizes in de lengte tegen elkaar gemonteerd en de kopse kant staat tegen de muur onder het raam. Een perfecte werktafel die tegen een stootje/kloddertje verf/stanleymes kan. Het staat als een huis en ik werkte er vrijwel dagelijks aan. Wat een genot!

In het begin stond er nog veel in dozen tegen de muren. Niet ideaal voor een ‘creatief brein met een eigen atelier‘, dat vragen om moeilijkheden ;-). De spullen stapelde zich op onder de werktafel (daar was immers ruimte genoeg) en in bakjes en kistjes. Het groeide tegen de muren omhoog in dozen en kratten… Ook nu ging ik op zoek op internet en kwam stalen stellingkasten tegen en niet lang daarna stonden alle spullen keurig overzichtelijk op de planken.

Inmiddels zijn we een paar jaar verder. Er kwam een winkel en na een jaar de mogelijkheid om te verhuizen naar een winkel mét werkruimte, waar we beiden kunnen werken. Hoe fijn is dat? Er is veel van wat we gebruikten verhuisd naar het atelier in de winkel, en kijk zelf, het is opnieuw een geweldige werkplek!

 

 

Uit Nederland

Als je uit Nederland weg gaat weet je het nog niet… maar zodra “het nieuwe” er vanaf is, kán het zijn dat je dingen gaat missen. Een kaasschaaf bijvoorbeeld, is in het Spaanse land vrij onbekend. Soms vind je wel een dunschiller, bijvoorbeeld bij de “Chino” (de Chinees) waar bijna álles te koop is. Het zijn vaak grote winkels, wat niet altijd aan de buitenkant zichtbaar is. Maar eenmaal binnen kijk je je ogen uit. Van gereedschap tot kinderknuffels, van tafelzeil tot fotolijstjes en van kitscherige armbandjes tot telefoonhoesjes en een groot assortiment plastic bakjes, al dan niet met dekseltje. Chino´s vind je overal in Spanje, dus ook bij ons op het eiland en wel drie op loopafstand van elkaar. Ik vermoed dat het een familiebedrijf is ;-).

Vooral in het begin was ik er veel te vinden om afsluitbare bakjes te kopen. Hoge bakken met stevige deksels om een grote pan soep in delen in de vriezer te kunnen bewaren, Grote bakken om pasta en rijst in op te bergen en heel veel kleine bakjes van heel veel verschillende afmetingen om de zoetigheid veilig in te bewaren en te beschermen tegen de mieren. Want mieren hebben we hier in overvloed. Men zegt weleens dat heel San Sebastián op een mierenhoop is gebouwd. En, ze zijn er in verschillende soorten en maten. Wij hebben de “rotjochies” in een heel klein formaat, ze zijn niet groter dan een speldenknopje en kunnen daardoor overal tussendoor kruipen. Tsja, dat hoort erbij als je in het buitengebied woont. Zolang de rotjochies niet té brutaal worden (lees: in alle potten en doosjes lopen te zoeken..) dan laat ik het maar zo. Elke dag even een doekje over de aanlooproute waar ze de keuken binnen komen lijkt voldoende.

Natuurlijk misten we ook de zo bekende zoetigheid. Voor E, de heer des huizes was het vooral zoute drop (de “klippers” van de Lidl!) maar zelf kon ik weleens verlangen naar centendrop of winegums. En wat dacht je van rookworst, pindakaas (op brood, maar ook voor pittige pindasaus), hagelslag, beschuit en kokosbrood? Maar ook kerrie en pittige kruiden van de toko, en al dat sinterklaas- en kerstsnoepgoed…..😱

Als je het zo leest, zou je bijna denken dat we maar slecht konden wennen aan de Spaanse keuken en snoeperij. Maar niets is minder waar! In de supermarkt zijn grote delen van de koeling gevuld met allerlei yoghurttoetjes, zijn ze gek op chocolade en liggen rond kerst de winkels vol met allerlei soorten nougat, wat hier Turrón heet. Het zijn geen roze, zachtgroene en witte blokjes zoals in Nederland, maar in de vorm van grote platte repen.

Zachte turrón blando is iets zachter dan de nougat in Nederland en lijkt, gemengd met amandelen, nog het meeste op de bekende nougat. Variaties hierop zijn platte repen die men ook turrón noemt maar waarbij de amandelen gemengd zijn met chocolade, of bestaan uit zachte kokosrasp, omhuld met een dikke laag chocolade.Bij turrón duro (zie foto hieronder) is de suiker langer opgekookt waardoor de Spaanse nougat veel harder is en je bijna je tanden erop breekt. Wij zijn fan van de turrón blando, de zachte variant. En omdat het slechts een paar weken in de winkels ligt, koop ik er altijd wat meer van in, de voorraadkast is groot genoeg.

Het líjkt op de bekende Nederlandse nougat maar deze versie is knetterhard!

Ook lekker zoet en heel Spaans zijn Churos. Vanaf oktober staat hier de Churos kar weer op het plein, het hoort bij de herfst en de komende feestdagen. De uitbater staat in de kar, zoals je ook een frietkar kent en maakt van vers deeg met een speciale knijper lange slierten die zachtjes in de hete olie vallen en worden gefrituurd. Ze worden geserveerd in een puntzak, met poedersuiker of een bekertje chocoladesaus…. Om je vingers bij af te likken!

Je eet ze vooral in de ochtend, maar het kan ook heel goed in de namiddag of avond: Churos con chocolate!

En ja, die voorraadkast….Als we naar Nederland gingen, namen we steevast van alles wat we hier niet konden kopen, weer mee naar huis, voor in de voorraadkast! Maar ook vrienden en familie verrasten ons met doosjes vol lekkers die de post kwam brengen, zó lief! Of we bestelden boeken in Nederland die daarna samen met rookworst en drop in een pakketje naar ons werd verstuurd. En áls we in Nederland waren namen we zelf natuurlijk ook van alles mee terug. Reizend over land naar Nederland konden we in de Land Rover veel wegstouwen maar ook met het vliegtuig ging altijd van alles mee. We hebben het wel eens zó bont gemaakt door met een bijna lege koffer heen te reizen en die volgepropt weer mee naar huis te nemen…..

En alles thuis lekker in de voorraadkast!