Zij van dat Eiland

Over het wel en wee op een eiland in de Atlantische Oceaan

Pasen

Nog even en het is Pasen, wat hier een volle week in beslag neemt. In Nederland is het een (lang) weekend met op tweede paasdag naar buiten of naar de meubelboulevard 😉 maar in Spanje is het een volle week Pasen. Veel overheidsinstellingen zijn de hele week gesloten en familie en vrienden zoeken elkaar op. Niet om eieren te zoeken of te verven, zoals in Nederland veel gedaan wordt, maar om gezamenlijk te eten, te drinken en in de kerk de nodige religieuze tradities te vieren.

Paaseieren, kuikentjes en chocolade paashazen zijn hier onbekend. Toch kon ik het niet laten om de etalage van de winkel een beetje in paassfeer te brengen…

Terwijl we spullen van het ene huis naar het andere huis brengen, spreken we de kippen/eierboer en zijn vrouw. Ze hebben een stukje land van buurman Ramon, waar ze kippen op houden. Ze komen elke avond even de kippen voeren, dan mogen ze los op het landje wat naast ons huis ligt. Het scharrelt dan zó gezellig rond! Als we restjes groenten over hebben, hang ik het in een zakje aan het hek. Weggooien is zonde, de dames vinden het een lekker hapje. We hebben regelmatig kleine korte gesprekjes over en weer als we elkaar zien. Over het weer, de kippen of over het kleine zwarte hondje wat de fantastische naam Obama heeft….

En elke keer, zo tegen het eind van het gesprek komt de vraag of we niet een zakje bij ons hebben of, bij gebrek daaraan, onze handen op willen houden want ze heeft kakelverse eitjes voor ons. Ook nu weer, maar onze handen zijn niet voldoende. “Ga maar even een schaaltje halen, liefje.”

Met een dozijn eitjes loop ik weer naar huis. En kijk eens wat een mooie (paas)pasteltintjes ertussen zitten!

Is het mintgroen of lichtblauw?

De vooruitgang

Dertig jaar geleden was de weg naar het kleine gehucht waar we gaan wonen, nog een zandweg tegen de bergwand aangedrukt. In die tijd werd de weg vooral lopend gebruikt, al dan niet vergezeld door een ezeltje dat werd gebruikt als lastdier. Vooral voor de smalle paadjes naar de wat hoger gelegen huizen of in het dal was zo´n ezeltje heel handig voor de oogst, voor inkopen of voor stookhout. Maar ´de vooruitgang´ hé….. In 2012 verdween het laatste ezeltje.

De weg naar het kleine gehucht werd breder, er kwam zelfs asfalt! Er werden blokken geplaatst en later werd op sommige plekken een heuse vangrail geplaatst. Soms van hout, soms van metaal. De huizen die verder of hoger van de weg lagen maakten kabelbaantjes waaraan een bak of haak bevestigd was, tussen de weg en huis. Hierdoor werd het transport van spullen eenvoudiger en sneller. Sommige kabelbaantjes worden handmatig bediend, anderen zijn elektrisch. De overbuurman is er zélf een keer mee naar de overkant gebracht in zijn eigen bakje, nadat hij zijn been ernstig bezeert had. Hij kon op geen enkele manier van zijn huis, door het dal en dan weer omhoog naar de weg lopen. Wat zal dat een avontuur zijn geweest om in zo´n wiebelbakje over een ravijn te glijden!

Ca. 1993 – het zandpad.
2022 – breder, met asfalt en betonblokken.
Een kabelbaan – met gemak gaat er een eenpersoonsmatras én onderstel mee naar de overkant. Het scheelt een boel gesjouw!

Aan de slag

Bij een huisje wat al bijna 200 jaar staat kan je niet verwachten dat alles loodrecht en haaks is. De eerste bewoners hebben het huisje gemaakt door stenen te stapelen en de ruimtes er tussen op te vullen met steeds kleinere stenen. Het is een huisje waarvan elke steen door mensenhanden op zijn plek is gelegd. Net zolang geschoven totdat de steen het beste tussen de andere stenen paste. En dan weer een steen… en weer één… Net zolang tot er een winddichte muur stond. Soms werd er nog leem tussen gesmeerd om het nóg dichter te maken. De muren zijn daardoor minstens 60 cm dik, ook de tussenmuren. En elke muur heeft wel een bobbel, kuil of uitstulping. Waarschijnlijk omdat de steen die daar gebruikt werd net iets groter of kleiner was.

Bij het afplakken op de grond en langs de kozijnen – als voorbereiding op het schilderen van de muren – vallen de hobbels en bobbels goed op.

Maar wat wordt het mooi als je de muren weer opfrist met een laagje wit!

Geen haakse hoek maar een beetje schuin…
Hier komt de muur wat naar binnen.
De oude kachel / stookplaats
Alles weer mooi wit!!

De Sleutels!

Het was een lange dag met veel wachten, veel documenten en veel handtekeningen maar uiteindelijk was alles getekend en werden we de eigenaar van een lief, klein huisje. Een huisje waarvan de oorsprong tot wel 200 jaar terug gaat, met dikke muren, een laag dak en ligging op het zuiden. Het ligt op een hoogte van ongeveer 450 meter, in de beschutting van een vallei, op een kilometer of 8 van de kust. Het was liefde op het eerste gezicht.

Moe van zoveel documenten, handtekeningen en informatie laten we ons vallen op het dichtstbijzijnde terrasje en bestellen broodjes hamburger met ei. Ons voornemen om feestelijk uit eten te gaan laten we even schieten….

En dan staan we aan de voet van de heuvel waartegen ons huisje ligt, met de sleutels in de hand. Wat hebben we naar dit moment uitgekeken! We waren al weken bezig met de indeling, veranderingen en inrichting en konden er soms maar slecht van slapen.

Het voelt als een magisch moment als we de deuren openen en met een glimlach naar binnen stappen. Die glimlach is de rest van de dag niet meer van ons gezicht gegaan.

Zo halverwege de middag een broodje aan de keukentafel en dan dít uitzicht…… Daar wordt je toch gelukkig van?

Pottenkijker

Bij het inrichten van de winkel hadden we al kennis met hem gemaakt. We hadden al snel in de gaten dat hij van privacy en rust hield en niet zo gesteld was op veel contact met ons. Wij vonden dat prima, waren veel te druk met klanten en de winkel, dus lieten dat zo. In de loop van de weken zagen we hem steeds minder, waarschijnlijk nam hij de benen zodra hij ons in de smiezen kreeg. En, zoals wel vaker gebeurt: uit het oog uit het hart. De kennismaking van de eerste weken had bij ons nog niet zoveel indruk gemaakt, dat wij hem in de daarop volgende tijd echt misten.

Een paar weken terug zaten we op onze werkplek in de winkel aan de koffie en opeens was hij daar, flink uit de kluiten gewassen. Hij kwam even buurten….

Spaans leren

Als je jong bent, leer je vrijwel probleemloos een andere taal. Hoe ouder je wordt, hoe moeizamer het gaat. Een paar woordjes in een vakantieland is leuk maar besluit je in een ander land te gaan wonen, is het toch wel handig als je de basisbeginselen al kent. In Nederland hadden we een aantal maanden Spaanse les. Spaans, zoals op het vasteland wordt gesproken.

Dat blijkt heel wat anders te zijn dan het Spaans wat men op de Canarische Eilanden spreekt. Dat is niet zo gek, de Canarische Eilanden liggen zo´n 1800 kilometer zuidelijker. Nederland is vergeleken met Spanje een klein landje maar zelfs daar is al een groot verschil te horen in Limburg, de Randstad of het Gronings.

Ook andere Spaanstalige landen hebben grote invloed gehad op de taal: er is veel emigratie (geweest) tussen de Canarische eilanden en landen zoals Cuba en Venezuela. Hele families trokken weg, met de hoop op een nieuwe en misschien betere toekomst aan de horizon. Sommige families kwamen na generaties weer terug, in de hoop hier rust, of (opnieuw) een betere toekomst te vinden. Logisch dat dan in de loop van tijd het leven op de eilanden doorspekt raakt met andere Spaanse woorden dan het klassieke Spaans.

In de eerste maanden leerden we al snel Jesus en Diana kennen. Ze kwamen beiden uit Madrid. Hij muziekleraar, zij Engelse lerares. Ze wonen inmiddels weer in Madrid maar ze hebben ons i rap tempo zoveel Spaans geleerd. Diana gaf ons in eerste instantie Spaanse les, ongeveer op de manier zoals we het ook in Nederland hadden. Al snel zagen we elkaar vaker en spraken we af voor koffie op een terras of gingen we samen sporten. Hierdoor leerden we het Spaans in de praktijk in plaats van in de schoolbanken. En dat leert veel sneller!

In die tijd ontstond het idee om eenmaal per maand gezamenlijk te koken. Bij ons kookten wij Spaans en bij hen in de keuken zetten zij een Nederlands gerecht op tafel. Althans, we probeerden het. Want zo makkelijk is het niet om de keuken van een nieuw land te leren kennen. Diana en Jesus hadden hierin een achterstand, want sommige Nederlandse ingrediënten zijn hier onbekend (lees: niet te koop).

Ik kocht Spaanse kook-tijdschriften en aan de hand van foto’s en de ingrediënten kwam ik al een heel eind. Wat ook heel goed hielp was om naar kookprogramma´s op tv kijken. Groenten en fruit werd meerdere keren in de hand genomen, close up in beeld gebracht en uitgesproken. Zanahoria (wortel) en Puerro (prei) waren lange tijd mijn favoriete woord.

Er was over en weer verbazing over bereiding: in de Nederlandse keuken worden niet zoveel kruiden gebruikt, laat staan knoflook. De Spaanse keuken staat er bol van! Maar ook hilariteit: zo kregen we eens bij de andijviestamppot 30 zelfgemaakte kroketten voorgeschoteld, want ze hadden gelezen dat kroketten favoriet waren in Nederland…. Het waren er veel maar ze smaakten heerlijk!

Veel bananen

Bij het opruimen van het huis (als voorwerk voor de werkelijke verhuizing) proberen we overtollige zaken zoveel mogelijk een tweede thuis te geven. Er gaat een foto via WhatsApp naar vrienden en bekenden met de vraag of ze het kunnen gebruiken, of ik zet het online op een soort lokale marktplaats.

Zo ging er een handige opklapbare tafel naar de nieuwe eigenaar en bracht iemand een paar weken daarna wat bananen brengen als dank. Nou ja, wát bananen…. Het was een boodschappentas vol.

Het is bij elke fruitsoort; als je een appelboom hebt, heb je in heel korte tijd heel veel rijpe appels. Zo is het ook met de bananen. Ze worden (bijna) allemaal in één keer rijp. Toch zaten in onze tas ook heel groene bananenkammen. Het was het resultaat van een week vol harde wind waardoor sommige topzware bananenplanten waren bezweken, ook al werden ze gestut. Gelukkig was er slechts één kam rijp, waar we meteen heerlijk van konden smullen. De rest ging in een schaal “in de wacht” totdat ze rijp waren.

Ook in die schaal worden ze allemaal tegelijk rijp natuurlijk. Maar, daar hebben we een heel handige oplossing voor, je kan rijpe bananen namelijk heel goed invriezen! Los invriezen (heel of gehalveerd) en daarna in een doos of zak – je grijpt nooit meer mis voor een heerlijke milkshake of smoothie!