Zij van dat Eiland

Over het wel en wee op een eiland in de Atlantische Oceaan

Een blauwtje

Oh wat was ik blij toen ik via de tweedehands-website een set blauwgewolkte pannen kon kopen voor een heel schappelijk prijsje!

Ik sjouw al een half mensenleven een Creuset-pan mee, waar we ook naar toe gaan. Het is een aanschaf die levenslang mee gaat (en héél fijn kookt) en onlangs hebben we twee plaatstalen koekenpannen aangeschaft. Ook zo´n aankoop waarmee je de rest van je leven voort kan. Verder bestaat het pannengerei uit een 3-literpannetje en een steelpan. Geen ruim assortiment dus.

Blauwgewolkte pannen zijn ook wel bekend als grijsgewolkte pannen kwamen vaak uit de Dru fabriek in Ulft. Tussen 1920 en 1950 stond er in menig keukentje een hele trits van deze pannen, soms aangevuld met een hooikistpan, een hazenpan of een wasketel. Wat leek het mij leuk om zo´n pannenset in ons heel oude huisje nieuw leven in te blazen en in de keuken te hebben staan voor dagelijks gebruik. Ik zag de aardappeltjes al garen in zo´n lief klein pannetje!

Enfin, de koop werd gesloten en de pannen werden opgestuurd naar een lieve vriendin, die ze op haar beurt weer doorstuurde naar mij. Ik kon niet wachten tot het pakket er was. En ja, ik zou wel hier en daar een stootplekje zitten, want ze zijn gebruikt. En ik zal ook wel even moeten boenen om ze lekker schoon te krijgen want het waren immers al oude pannen, met een verleden. Niet erg, ik zag ze schoon en glimmend al staan in mijn keukentje.

Helaas bleek na het uitpakken in de binnenkant van elke pan wel een beschadiging te zitten, een plek waar de emaille afgestoten was. Hmmm… toch even Googelen hoe dat dan zit met eten koken. En ja, koken in geëmailleerde pannen die aan de binnenkant een beschadiging hebben is niet echt gezond: het beschadigde emaille kan tijdens het koken in splinters loslaten. En emaille is niets anders dan een beschermlaag van gesmolten glas. Dat lijkt me niet echt gezond om dat op te eten.

Ik ga maar eens bedenken wat ik dán met een hele stapel pannen kan doen….

Een eindeloze zoektocht

Lang geleden, (lees: 1980, en och help, waar blijft de tijd..) kocht ik het en was het mijn “bijbel”. Bij veel dingen die ik maakte was het mijn steun en hulp. “Mon Tricot 1300 steken, raadgevingen en foefjes”. Een lang, rechthoekig boekje, zonder stevige kaft maar oh zo geliefd! Vaak een leidraad bij een nieuw patroon maar ook een inspiratiebron om af en toe eens in te bladeren. Het had wat vouwtjes hier en daar, je kon echt zien dat het veel gebruikt was. En toen, op een achteloos moment, gaf ik het weg. “Ach,” dacht ik toen, “waarom nog in gedrukte vorm, alle informatie is toch ook terug te vinden op internet?”

En wat heb ik daar een spijt van!

Sindsdien zoek ik regelmatig op internet naar het boekje wat ik toen ondoordacht weggaf. En elke keer als ik het tegenkom, vis ik achter het net – sorry, nét verkocht – of vraagt men er een bizar hoog bedrag voor (ik zag bedragen van meer dan € 45 euro!!)

Heb jij het werkeloos in je kast staan of ergens op zolder liggen? Wil jij het kwijt en weet je zeker dat je er geen spijt van krijgt? Ik hoor het graag! 😉

Om te janken

De laatste weken hield ik het nauwlettend in de gaten of ze er alweer waren: nieuwe uien! De laatste tijd waren de uien die ik kocht zacht en zompig of er groeide al heel snel groene uitlopers aan. Dan maar even géén uit. Nieuwe uien, ik ben er fan van en ze zien er zó lekker fris uit, ik word er altijd een beetje hebberig van 😉

Ze zijn zó vers, ze hebben een bijna transparant schilletje in plaats van het bekende donkergele, droge jasje.

Met stormachtige wind uit het noorden en af en toe een regenbui doet het hier winters aan, ook als het 23 graden is. Daar past hachee bij, gemaakt van de heerlijkste uien die ik kon vinden. Gekookt aardappeltje erbij….. Om te janken zo lekker!

Baden in weelde – het resultaat

Misschien weet je het bericht nog over het bad wat ik in opdracht beschilderde? Onlangs kreeg ik het resultaat in foto´s. Maar, tijdens het proces van schilderen werd er ook nog een filmpje gemaakt door E – de man des huizes.

Het bad is geïsoleerd en staat stevig op een verhoging met een klein trapje, op het dak van hun huis aan de rand van de stad. Omgeven met groene planten is het heerlijk om daar te baden in weelde, toch?

 

Opruimen

Onvermijdelijk nu we gaan verhuizen…Opruimen. We gaan iets kleiner wonen, dus moet er hier en daar geschift worden: gaat dit mee, geven we het weg of verdwijnt het in de container. Na een aantal jaren in een groot huis zijn er best wel wat dingen die we bewaarden voor “je weet maar nooit waar het handig voor is” en “als we het weggooien zal je zien dat we het over een poosje toch nodig hebben”. Nee, het valt nog niet mee om heel resoluut door het huis te gaan.

Waar we heel resoluut in konden zijn was de tuin. Die moet leeg opgeleverd worden, net zoals we hem ruim vijf jaar geleden voor het eerst betraden. Dus gaan we aan de slag.

Zo was het. Een heerlijke plek.
De rotsen en grote stenen waarmee E de plantenbakken maakte, slepen we weer weg.
Planten worden uitgegraven en tijdelijk in potten gezet.
Bij gebrek aan een schep, werk ik met het blik van een stoffer en blik – gaat ook heel goed!
Ook in de tuin geldt: welke plant gaat mee en welke groen vriend vindt een ander plekje, bijvoorbeeld bij de buurvrouw. Uiteindelijk staan er wel 15 potten met planten!
Langzaam ziet het er steeds leger uit….
Meegenomen uit Nederland. Langzaam opgegeten door ‘iets’ uit de tuin. Ze verdwijnen nu toch echt in de container. Jammer….

In een paar avonden tijd zien we de tuin leger en leger worden. Het is een proces waar we op deze manier langzaam aan kunnen wennen. We hebben heerlijke uren in de tuin doorgebracht en zullen er met liefde aan terugdenken.

Late kerst

Het pakje liet maar op zicht wachten. Dochterlief had het in december als verrassing verstuurd. Omdat ze nog geen reactie had ontvangen van ons, vroeg ze in januari langs haar neus weg of ik nog iets leuks had ontvangen per post 😉

Nee….. maar door zo´n vraag word mijn nieuwsgierigheid getriggerd natuurlijk en moest dochterlief opbiechten dat er een pakketje van haar onderweg was. Vanaf dat moment liep ik om de dag vanuit de winkel naar het postkantoor, maar elke keer was het voor niets. Zelfs de verzendcode om online te zoeken waar het pakketje was gebleven, bood geen oplossing: het pakketje was niet meer te vinden.

Sinds de pandemie zijn de tijden tussen verzenden en ontvangen volledig ontregeld. Soms is het binnen een week al op de plaats van bestemming, soms duurt het meer dan vijf weken(!) voordat iets aankomt. En dit geldt zowel voor verzending van– als naar de Canarische eilanden.

Ook nu blijkt geduld een schone zaak want op 8 februari – hoera!! – stond het pakje opeens op het postkantoor, “slechts” 6 weken na verzenden!

Zóóó nieuwsgierig!!!
En kijk toch eens, wat een heerlijkheid….
… zelfs aan gezelligheid is gedacht!

En wij maar denken dat er een doe-het-zelf pakketje voor Tompoezen bij zat! Het water liep ons al in de mond, dat pakketje zou niet lang in de kast staan. Nee, we maakten meteen een plannetje: van ´t weekend meteen maar lekker rommelen in de keuken om heerlijke tompoezen te maken voor bij de koffie…… Hoezo we zijn zoetekauwen en lekkerbekken?!

Nou, mooi niet! Kijk nog maar eens goed naar het pakje met de zo vertrouwde kleurtjes…

Nou ja, dan maar de stroopwafels bij de koffie 😉 Ook heerlijk!

Stokvis

Voor deze stokvis hoef ik de vis niet te ontdoen van kop en ingewanden en aan stokken te drogen te hangen. Dit is een heel andere versie van de ouderwetse stokvis!

De kindjes van vrienden hadden het bij elkaar gezocht op een zonnige ochtend, vlakbij het kerkje van Virgen de Guadalupe. Het is een afgelegen plek, waar veel aanspoelt. Het heeft dagen, misschien wel weken of maanden in zee gedreven en is uiteindelijk door de golven op deze afgelegen plek op het strand gegooid. Drijfhout. Ik hou ervan. Het is vaak zijdezacht heeft door alle beweging in het water mooie grillige vormen.

Het was voor de kleine beentjes nog een heel eind lopen, en de tas was zwaar toen ze het kwamen brengen. Met een borstel heb ik het ontdaan van zand en aangekoekte rommel en heb ik het uitgezocht op grootte, lengte en vorm. Ik maakte een vis op tafel en verwisselde hier en daar nog een graat 🙂 Daarna heeft E er op mijn aanwijzingen vakkundig gaatjes in geboord en legde ik ze steeds in dezelfde volgorde weer terug. Toen kon ik gaan rijgen met een katoenen koord.

Tussen elk stuk drijfhout maakte ik op gelijke afstand (ongeveer een centimeter bóven het voorgaande stuk hout) een knoopje, zodat de stukken drijfhout op gelijke afstand van elkaar blijven. De vissenkop kreeg twee “ogen”: eentje voor het ophangkoord en eentje als echt “oog”.