Autor: Mirjam Polman

Een groot verschil

Tussen de grote stad, de toeristische kust of het rustige binnenland zit een groot verschil. We maakten plannen om een dagje naar de grote stad te gaan en de oudste markt te bezoeken. Omdat we er bij nader inzien allebei geen zin in hebben, gooien we de plannen om. Als we nou eens gewoon een stukje gaan rijden en zien waar we uitkomen?

Dus, zo gezegd zo gedaan. Fles water achterin, naast de tas met handdoeken, zwem- en snorkelspullen. Want, je weet maar nooit of je ergens toch even het water in wilt…. Tot op heden zijn ze nog niet gebruikt. Niet zo verwonderlijk overigens als je in het dagelijks leven zo dicht bij zee woont. We rijden via de snelweg richting Arinaga en slaan daar de snelweg af. Hier aan de kust was een populaire duikstek waar E, de heer des huizes, heel veel uren in het water heeft doorgebracht. Willen we daar even een kijkje nemen? Natuurlijk!

Na de afslag rijden we over uitgestrekte lange wegen van een mega saai industrieterrein. Een beetje verschikt zien we op een hoek een grote berg met Cayucos liggen. Cayucos – de scheepjes van bootvluchtelingen. Ze vertrekken volgepropt vanuit Senegal en Mauritanië  en maken een gevaarlijke reis van ca. 10 dagen over zee, in de hoop hier een beter leven te vinden.

De overheid sleept de boten uit de haven, blijkbaar hier naartoe, een afgelegen plek op een industrieterrein….

Omdat het leven in hun thuisland uitzichtloos is, hopen ze dat het leven daar, aan de andere kant van het water hen beter gezind is. Het zijn vaders, vrouwen, zonen en moeders met kinderen – soms van enkele maanden oud – die dagenlang naar de horizon hebben getuurd. Want daar, ergens moet het land zijn waar het beter is, waar ze een toekomst op kunnen bouwen. Oog in oog met de stille getuigen in de vorm van deze kleurrijk geschilderde Cayucos besef ik hoe goed wij het nog steeds hebben in Europa, en voelt de vakantie opeens een beetje decadent.

Ik haal diep adem en stap weer in de auto. Wat een groot verschil…

 

 

Tegenstellingen

In de dagen op het buureiland zien we vooral veel tegenstellingen. Rondom het hotel is alles groen en staat veel in bloei. Palmen wiegen zachtjes in de wind en bougainville, Oleander en Paradijsbloemen doen ijverig hun best om te imponeren, tegen de achtergrond van een azuurblauwe zee. Vanaf het balkon kan ik paradijselijke foto’s maken, die zo in een reisgids kunnen. (bestaan die nog..?).

balkon, hotel, zee

Maar het is een wereld van tegenstellingen, want stappen we in de auto – die op een gortdroog rotsig terrein staat waar niets wil groeien – en rijden we enkele kilometers weg van de toeristische kuststrook, is er weinig over van de sappig groene omgeving. Kale rotsen, zanderige heuvels met hier en daar een dappere dodo in de vorm van een Agave. Regen valt hier maar zelden.

Terug aan de kust kan je over de boulevard kilometers lang langs hotels en appartementencomplexen lopen.  Het is een aaneenschakeling van Volendam en de Zaanse Schans. Het ene hotel is nog uitgebreider dan het andere. De (kunstmatige) strandjes bij de hotels staan zó vol met ligbedjes keurig in het gelid, het lijken wel zonnepanelen.

strand, ligbedjes, zon, vakantie, blog, tegenstellingen

Gezellig… kan je naast je buurman liggen die je ‘s avonds aan de andere kant van de muur hoort snurken 😉 …..

Op het kleine eiland waarop wij wonen is deze manier van toerisme compleet onbekend. Sterker nog, je moet je eigen stoeltje of ligbedje gewoon meenemen en je mag zelf bedenken waar je die neer zet.

Tweemaal over zee

Om naar onze vakantiebestemming te komen, moeten we tweemaal over zee. Een rechtstreekse overtocht is er niet. Vanaf het kleine eiland waarop we wonen, steken we in alle vroegte over naar het zuiden van het grote buureiland, Tenerife. Het schemerde nog toen we de deur achter ons dicht trokken en bij de haven was de zon nog niet boven de horizon.  Met de ferry naar het buureiland is een “ritje” van een uur, we zien het inmiddels als “de bus nemen” naar een andere stad. Gemiddeld doen we dat 2 -3 keer per jaar. En altijd is voor ons naar het buureiland gaan, een beetje een andere wereld in gaan. Veel meer drukte, met veel meer mensen en de daarbij behorende bedrijvigheid.

Tweemaal over zee, uitzicht op Tenerife

De contouren van het buureiland, waar de zon bijna opgaat.

Vanuit het zuiden moeten we over de snelweg naar het noorden, naar Santa Cruz. De afstand vanaf zuid Tenerife naar Santa Cruz is ca. 80 kilometer, met een heuse snelweg, iets wat wij op La Gomera niet kennen. Vanuit het noorden steken we dan met de tweede ferry over naar Las Palmas, de hoofdstad van Gran Canaria.

Bij de ferrymaatschappij kan je een directe overtocht kopen La Gomera – Gran Canaria, ook al zijn dat twee ferry’s en heb je een stuk land te overbruggen van zuid naar noord van ca. 80 kilometer. Daar heeft de ferrymaatschappij een mooie oplossing voor gevonden. Vanuit de boot stap je de special bus in, die de ferrymaatschappij hiervoor inzet. Ze rijden je gratis en voor niets van zuid naar noord en zetten je precies weer vóór de haventerminal af in Santa Cruz. Indien nodig, stopt hij eenmaal halverwege bij het vliegveld. Wat een luxe…dat maakt de keuze om eigen vervoer mee te nemen, een stuk makkelijker!

Tweemaal over zee is ook tweemaal tijd om lekker te lezen, muziek te luisteren, koffie te drinken of te breien. Ook nu heb ik sokken op de pennen, maar daarover later meer! De rit met de bus is bijna zoals een schoolreisje 😉 je kijkt lekker relaxed over het verkeer alle kanten op. De chauffeur let wel op het verkeer!

In Santa Cruz hebben we een klein uurtje totdat de ferry ons naar Gran Canaria brengt. Met een kop koffie een beetje koekeloeren vanuit de nieuwe terminal met zicht op de haven. Al snel zagen we in de verte de ferry de haven indraaien. Het duurt overigens best nog wel een tijdje voordat de ferry daadwerkelijk ligt waar hij liggen moet en alle (vracht)auto’s en passagiers eruit gewerkt zijn. Maar daarna laadt hij alles in wat naar Las Palmas moet en kiest opnieuw het ruime sop.

haven, zee, zeezicht

Prima reis-weer: weliswaar zwaar bewolkt maar toch 24 graden. In de verte, links, zie je een andere ferry liggen: de boot waarmee we meerdere keren naar het vasteland gingen. Een tocht van ongeveer 42 uur….

Dus lopen we nog ruim voor het middaguur de tweede ferry op en – tweemaal over zee – maken het ons gemakkelijk voor de volgende overtocht, die al met al een kleine twee uur duurt.

 

 

 

Er tussenuit

Na twee jaar hebben we besloten er heel even tussenuit te knijpen. Een paar dagen de winkel dicht en even helemaal ontladen. Nieuwe energie en daarmee ook nieuwe ideeën opdoen…

In april werd het plannetje geboren en zochten we naar iets leuks. Maar, we wonen al min of meer op een vakantiebestemming: zon, zee en bergen binnen handbereik, wat wil je nog meer? Waarom er even tussenuit?

Nou, even weg van huis. Thuisblijven en vakantie vieren is voor ons niet zo handig, de verleiding is te groot om dan toch weer te klussen in en om het huis. Het zijn absoluut geen grote klussen meer, maar er is altijd wat te doen. Zelfs de weekenden vullen zich veel te gemakkelijk met werkzaamheden. En dat willen we nu even niet.

De keuze valt op een buur eiland. Vrijwel 100% zekerheid op fijn lenteweer en niet ver weg, slechts 2x een ferry.

De dagen worden afgeteld voordat we een mooie plakker op de deur doen…..

Uit eigen tuin

Niets is zo lekker om iets uit eigen tuin te eten, toch? Al hebben wij een niet zó grote moestuin, ik probeer zo efficiënt mogelijk de ruimte te benutten. Als er een groentebed bijna klaar is om te oogsten, moet eigenlijk de volgende bestemming al klaar liggen om gezaaid, gepoot of geplant te worden.

Ik werk volgens de wisselteelt methode, waardoor elk moestuin-bed steeds met iets anders gevuld wordt. Door deze afwisseling worden de grondstoffen optimaal gebruikt of aangevuld, waardoor de aarde in balans blijft. Toch merk ik dat sommige groenten het niet goed doen. Ze krijgen voldoende water van E, de man des huizes en ik wied regelmatig rondom de planten met mijn Nederlandse schoffel 🙂

Het onderste (ijzeren) deel van de schoffel bestelde ik in Nederland. Een tuingereedschap zoals dit, kent men hier niet.

Sperziebonen doen het goed, wortelen en uien zijn een stuk minder enthousiast. Het zal ongetwijfeld te maken hebben met de dichtheid en voedingswaarde van de aarde. Wortels hebben lichte en luchtige grond nodig en willen niet zo goed groeien op de vulkanische grond. Mijn worteltjes deden het verre van goed: de helft kwam niet op, de andere helft was deels erg klein en wát er daarvan redelijk doorgroeide, waren wiebelige, vreemd gevormde twee-haps-gedrochtjes. Lekker afspoelen onder de kraan en meteen opeten, want zoet waren ze dan weer wél.

Voor de uien was de grond waarschijnlijk ook te vast. Er kwam niet zoveel van terecht. Ik heb alles uit de grond gehaald en het loof van de uien verwerkt in een bonenschotel. Want het loof smaakte al wel heerlijk naar ui! Beiden, ui en wortel, moet ik vervangen voor iets anders.

knoflook, oogst uit eigen tuin

Knoflook duurt erg lang voordat je kan oogsten – 9 maanden – maar de smaak is onovertroffen!

Zoals ik al schreef, sperziebonen doen het geweldig. Van de oogst heb ik een handvol bonen laten drogen – het worden dan zwarte boontjes-  zodat ik uit eigen oogst weer kan zaaien. Drie maanden geleden heb ik doperwtjes gezaaid langs een rekje wat E, de heer des huizes in tweevoud neer zette. Sperziebonen en doperwten zijn familie van elkaar dus vermoedde ik dat doperwten het ook wel goed zouden doen. Aan beide kanten van het rekje zaaide ik rijkelijk de gedroogde erwten.

Ze hadden het naar hun zin want binnen enkele weken klommen de groene scheuten tegen het rekje van gaas omhoog! Na de kleine witte bloemetjes werden al snel de eerste peultjes zichtbaar. Als je die vroeg in de groei oogst, heb je heerlijk zachte sugarsnaps. Laat je ze iets langer aan de plant, zijn de uiteindelijke doperwtjes ook niet te versmaden! Ook hiervan zal ik een handvol peulen aan de plant laten drogen, om later uit eigen oogst opnieuw te kunnen zaaien.

peultjes en doperwten uit eigen tuin

De eerste oogst doperwten, met in het hoekje een handvol peterselie.

Je kan – net zoals aardappelen – doperwten heel goed in een pot zaaien, al is het maar voor de lol! Vul een ruime pot met goede tuinaarde en zet er een punthoed van gaas in, ongeveer 80 cm hoog. De puntvorm hoeft niet, maar het is wel een leuke vorm als straks de hele gaasvorm is bekleed met de groene klimmers. Stop de doperwtjes in de grond, ongeveer 5 cm uit elkaar en van de rand af. Geef regelmatig water, de boel mag niet uitdrogen. De natuur doet de rest, na een maand of drie kan je je eigen doperwtjes eten…

En wat is er lekkerder dan verse doperwtjes op je bord?

De zaag erin!

Helaas, de zaag moest erin. Toen we het huisje kochten stond er aan de zijkant een mooie dikke palmboom. In gesprekken met buren konden wij terugrekenen dat dit een palmboom moest zijn van ongeveer 40 jaar oud. De stam van de palm was nog niet zo hoog, ongeveer 2 meter en 70 cm in doorsnee. Daar bovenop zat een volle kruin met mooie groene bladeren die prachtig doorbogen en veel schaduw gaven.  Een palmboom op slechts anderhave meter van je huis en moet zo´n mooie kruin, dat is toch heel tropisch?

de zaag erin, palmboom omzagen, palm

Hierboven zie je de palmboom in volle glorie in 2022. Hij was daar een paar weken tevoren door E, de man deze huizes, ontdaan van de oude dorre bladeren. Die dorre bladeren hangen steeds verder door naar beneden en drogen in. Dus hup, de zaag erin! De palm groeit vanuit zijn kroon, met rechtopstaande bladeren, die langzaam naar buiten buigen. Hoe ouder de bladeren hoe meer ze ombuigen. Elk jaar worden de onderste bladeren gesnoeid (lees: afgezaagd) en blijven de bruine beginstukken aan de stam. Je ziet die op de foto aan de stam, alsof het schubben zijn. Aan het begin van die lange palmbladeren die afgezaagd zijn, zitten zeer venijnige stekels van minstens 20 centimeter lang, waar je je serieus aan kan bezeren. Het snoeien is daarom een lastig klusje.

Als de palm nog klein is, kan je zelf eenvoudig de onderste palmtakken wegzagen maar hoe hoger de palm, hoe moeilijker dat gaat. Vanaf een meter of zes hoogte is het handiger om “een mannetje” te vragen om dit klusje te doen. Hij klimt de palmboom in met behulp van touwen en speciale schoenen en zaagt met een kettingzaag in een mum van tijd alle palmtakken weg. Ook de heel harde vruchtdragende takken met  heel zware trossen vol dadels moeten eruit. De dadels in onze palm zijn niet eetbaar voor de mens, maar wél voor vogeltjes en… ratten!

ze zaag erin, palmboom omzagen

 

De palm vanuit een andere hoek. Je ziet aan de onderste (veel oudere) schubben dat die palmtakken ooit niet zo netjes zijn afgezaagd. Het bovenste stuk van de stam is veel strakker afgezaagd. Dit is de groei van één jaar…. Tegen de groene palmtakken zie je de gele trossen vol dadels.

In het afgelopen jaar ontdekten wij een rat in de palmboom. In de schemer zagen we hem via de hangende bladeren vanuit de kruin naar beneden wandelen. Met een klein sprongetje landde hij dan op het muurtje van het huis en kon zijn nachtelijke ronde maken. Het is de natuur, maar wij vonden dat eigenlijk maar niets. Dus snoeide E, de man des huizes, de palm nóg verder op. Opnieuw de zaag erin en dat hielp, de rat verhuisde.

Maar, een palm heef heel veel water nodig, wat kan oplopen tot meer dan 70 liter water per dag. En als hij dat niet in de buurt kan vinden, gaat hij met zijn grote netwerk aan wortels gewoon op zoek. En dan kan niets hem tegenhouden: zijn zoekende wortels zijn ragdun aan het einde, maar worden steeds dikker richting de stam. En hoe hoger hij groeit, hoe wijder zijn wortel-bereik. Daardoor worden de wortels dichter, en steeds verder weg van de stam ook steeds dikker, die met gemak een muurtje kunnen ontwrichten of een vloer kunnen breken. En dat gebeurde.

Vanaf de palm liep een scheur in de buitenvloer tot aan de muur van het huis aan de keukenkant. De basis van het huis is bijna 300 jaar oud en zal toen echt niet waterpas zijn gebouwd op de rotsen. Op sommige plekken is er gewoon om een stukje rots heen gebouwd, waarschijnlijk omdat de rots te hard was, of te onhandig om uit te hakken. Maar toch hadden wij het idee dat de wortels van de palm ook onder het huis doorlopen en daar nu, of op termijn, schade kunnen veroorzaken. Op een voorlichtingsavond over brandgevaar op het eiland en wat je er zelf aan kan doen, hadden we begrepen dat een palmboom een fakkel wordt als er brand is. En daarmee – zo dicht bij huis – een gevaar is. Dus besloten we na lang nadenken dat de palm weg moest. Hup, de zaag erin!

Eerst regelden we toestemming (de Spaanse papiermolen) want geen enkele palm – ook niet op eigen grond – mag zomaar omgezaagd worden. De redenen dat de palm schade kon aanrichten aan het huis bij storm, bij brand en bij verdere groei waren voldoende. Daarna hebben we onze buurman gevraagd of hij dit klusje samen met een vriend wilde klaren. Beiden hebben veel meer ervaring hierin en planden een middag om dit klusje te klaren.

Wist je dat de kruin van een palm al snel 800 kilo kan wegen?  Ook al zaag je heel voorzichtig en in kleine stukken, je wilt niet dat zo´n brok de verkeerde kant op gaat…

de zaag erin, omzagen, palmboom

De kop is eraf!

De buurman zaagde steeds een taartpunt eruit, die dan met een grote stalen pen en een koevoet verder uit de palm werd getrokken. E, de man des huizes en een andere buurman sleepten de brokken weg van het strijdtoneel. De brokken waren nog zwaar van het vocht wat nog in de palm zit. De kettingzaag van de buurman had het door de natte en sterke vezels soms behoorlijk zwaar maar uiteindelijk stond er nog een stompje.

de zaag erin, palmboom, palm, omzagen

Het is een vreemd gezicht, zo in de vroege ochtend er na. Het zal vast wel wennen maar het huis is opeens zó zichtbaar vanaf het pad….

 

 

Thuiswerken in het atelier

Af en toe las ik een dagje thuiswerken in het atelier in. Hoe raar ook, het blijft altijd hinken op twee gedachten: naar de winkel gaan (want daar is óók een werkplaats/atelier) of in alle rust thuis werken. Ik hou van de reuring van de omringende winkels, passanten en mensen die wat komen kopen… Een dilemma waarbij ik toch vaker de gezelligheid en aanloop in de winkel kies. Maar bij grotere projecten is thuiswerken in het atelier de enige optie.

Vandaag was het dus een dag dat ik thuis werkte. Ik wilde graag een schilderij afmaken, de laatste in een kleurrijke serie van vijf, en misschien een nieuwe opzetten. Met een grote pot thee met munt (uit de tuin!), gember en citroen, oordopjes in en mijn favoriete playlist aan kan ik mij helemaal afsluiten. Het zijn dagen dat ik ánders werk. Intenser. En er ontstaat een soort eenzaamheid waar ik van hou.

Tijdelijke eenzaamheid dan, hé!

Met af en toe wat druppels regen en een grijze lucht is het nóg fijner om helemaal in mijn werk te duiken! Af en toe even afstand nemen, zitten in de lage vensterbank en kijken of het allemaal nog klopt waar ik naartoe wil werken. Ik kon fijn de laatste hand leggen aan het laatste exemplaar van een vijftal kleurrijke dieren. Poes, gans, teckel, puppy en een hertje in een “patchwork techniek”. Allemaal kleine vlakjes verf, in zes verschillende kleuren.

(medio april 2024:) Zoals je ziet, ze hangen ondertussen al in de winkel ;-). De lijsten passen precies bij de vrolijke kleurtjes van elk schilderij.