Zij van dat Eiland

Over het wel en wee op een eiland in de Atlantische Oceaan

Zomer

Zomer! Het is begin juli en we hebben voor het eerst temperaturen boven de 30 graden. Vér boven de 30 graden, de thermometer onder de veranda (dus in de schaduw) geeft 36 graden aan… Ook dát hoort erbij. We hebben een bijna koel en wispelturig voorjaar gehad, met relatief weinig neerslag. De droogte zit daardoor al flink in de grond en nu in de zomer, gaan de temperaturen opeens flink omhoog. Het resultaat is veel droogte en droge terrassen waarop niets wil groeien, zelfs geen onkruid of gras.

De tuin water geven doen we “automatisch” met een druppelsysteem waarbij er geen water verspild wordt op plekken waar niets staat. Maar het maakt de boel wel kaal én (mooie bijkomstigheid) onkruidvrij. Het kleine terrasje onderaan de trap met olijfboom avocado en sinaasappel ziet er met een zandbodem behoorlijk kaal uit. Het is nu in de zomer té warm om daar overdag te zitten. De drastisch gesnoeide olijfboom (drie stammen laten staan en die vrij houden zodat de zon daarbij kan komen) moet aan de bovenkant opnieuw uitgroeien tot een mooi vol bladerdak. Het begin is er, maar echt in de schaduw zitten, is er nog niet bij.

De Flamboyante die nog geen 50 cm hoog was toen we hier gingen wonen – en door de verkopers een beetje opgegeven was – heeft door het weghalen van omliggende plantjes en “rommel” ondertussen begrepen wat er van hem verwacht wordt en is nu 1.20 hoog. Hij groeit als kool en ook daaronder zullen we met een paar jaar heerlijk in de schaduw kunnen zitten. Maar nu is het nog te vroeg.

Kijk zó moet de Flamboyant er over een paar jaar uit zien!  Foto: © sapocka/123RF

Als klap op de vuurpijl hebben we met deze warmte ook een Calima. Geen superzware, maar irritant genoeg voor luchtwegen en ogen. Op onderstaande foto kan je het effect ervan duidelijk zien. Normaal gesproken kunnen we tussen alle bergwanden door de blauwe hemel en een klein stukje van de oceaan zien, aan de horizon zien we dan overdag het silhouet van het buureiland en in de avond zijn daar duizenden lichtjes te zien van de dorpen en steden. Nu zijn de eerste bergwanden al wazig en hoe verder je kijkt, hoe slechter het zicht is. Van een blauwe hemel is geen sprake, laat staan van het stukje oceaan of een glimp van het buureiland.

Met zoveel droogte en warmte gaat er ook weleens een plant van ons dood. Deze keer was het een plant in pot die ter decoratie tegen de gevel van de winkel stond.

Het was een stranddruif op stam, die over het algemeen goed tegen droogte en warmte kan. Helaas ging het in een pot niet zo goed en zag ik hem heel langzaam wegzakken in een stille dood. Het stammetje van ongeveer 60 cm hoog bleef over. Ik liet het een paar dagen staan, nog niet in beeld welke plant ik er dán voor in de plaats zou zetten. Maar, dat zielige stammetje bracht mij op een idee!

Tóch iets fleurigs aan de gevel bij de winkel, maar geen kokende wortelkluit meer in de pot!

 

Onze reisgenoot sinds 2017

 

En toen…. zetten we hem te koop. Het is mooi geweest! Slechts één dag heeft het papier op het raam gezeten, toen was ie verkocht.

 Wat ons rest zijn de mooie herinneringen!

 

 

 

Het dak op

Het dak. Er moest nog wat aan gedaan worden: De grote lekkage waarbij het dak voor een groot deel geïnspecteerd en gerepareerd was, is nog niet helemaal waterdicht. Dat wisten we al, want begin dit jaar zagen we opnieuw nattigheid in het atelier.

Het lekt niet heftig, maar op verschillende plekken hangen er na een regenbui toch weer druppels aan de balken en vormen zich in een paar uur kleine plasjes regenwater in mijn atelier. Het is echt niet te vergelijken met De Grote Lekkage maar het is nog niet compleet dicht dus. Dus maken de mannen ( E, de heer des huizes en vriend D) opnieuw plannen om het dak op te gaan. Ze bespreken, rekenen, tekenen en overleggen en de weersverwachting wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Wat gaat het weer doen de aankomende dagen.

Komt er regen aan en hoeveel regen? Er wordt een inschatting gemaakt qua werkzaamheden: ze denken ongeveer 3-4 dagen. Ze beslissen om ´s morgens tot een uur of 14:00 uur te werken en daarna nog een klein staartje aan het eind van de middag op te pakken. In de tussenliggende tijd een goede lunch en een lekkere siesta. Zo gaat het plan worden.

En dan is het zover en gaan de mannen het dak op. Ze starten op dinsdag , pas op vrijdag wordt er wat regen verwacht dus een klein beetje opschieten is het wel, en er moet niets tegen zitten.

Als de mannen nog maar een uurtje op het dak staan, wordt duidelijk dat het beter is om alle dakpannen eraf te halen om een goed beeld te krijgen van waar het lastige lek zit. Dat – die dakpannen eraf-  is een klus die veel tijd vergt…..

Vol goede moed geven E en D de dakpannen aan ons (vriendin J en mij) aan. We stapelen ze netjes op. Er komt veel vuil onder vandaan en we zien bedenkelijke gezichten op het dak. Er wordt overlegd. De mannen besluiten om de volgende dag ook de rubberen onderlaag van het dak te halen, het is deels al erg oud en nu de dakpannen eraf zijn, zien ze dat het aan de zijkanten niet goed aansluit.

Daar, op die zijkanten, heeft het regenwater al jaren vrij spel gehad. Daar kan het vrij tussen verdwijnen en een weg vinden in de muur, langs de muur en langs het houten dak. En zo geschiedde. Het oude rubber ligt er in delen op met heel veel naden en dus met meer kansen op lekkage. Opnieuw wordt dit een klus die veel tijd vraagt….

Het houten dak komt tevoorschijn en tussen de naden van het hout zien beide mannen veel dode, maar ook heel veel levende miljoenpoten. Die kleine griezels vielen zomaar uit het niets naar beneden als ik aan het schilderen was! Dat wordt een grondige schoonmaak van het nu kale dak.

E, de heer des huizes en ik controleren tot laat in de avond alle dakpannen op breukjes en verwijderen handmatig (ik) of met een slijptol (E) de resten cement aan de onderkant van de dakpannen. Er is in het verleden hier en daar willekeurig cement gesmeerd om eerdere problemen (lekkages? ratten onder het dak?) daarmee te verhelpen.

 

Aan de binnenkant van sommige dakpannen kom ik prachtige fijn vertakte schimmeldraden tegen..

We bekijken regelmatig de weersverwachtingen…. de verwachtte regen schuift steeds een paar uur of een halve dag op. De weersgoden zijn ons goed gezind!

De mannen rijden naar de bouwplaats, bestellen zware materialen die 100 traptreden op gesleept moeten worden.  Aan de zijkanten van het dak bikken ze dikke klompen cement weg en peuteren ze het vuil uit de kieren. Als het dak helemaal schoon en naar wens is, zien ze dat het dak enigszins doorgezakt is naar één punt. Een punt waar het hout nog vochtig is.

Opnieuw bedenkelijke gezichten, nu ónder het dak, in mijn atelier. Ze kijken naar het hout boven hen. Er zit een “zak” in het dak. Het is een doorbuiging van het hout, waardoor het regenwater naar één punt loopt en langer blijft staan dan wenselijk is. Er moet een draagbalk geplaatst worden om het dak weer in één aflopende lijn te krijgen, zodat het regenwater sneller afgevoerd wordt. Aldus geschiedde. De draagbalk wordt besteld, geschaafd, gelijmd en gelakt. Klaar om geplaatst te worden.

De mannen zetten de balk op zijn plaats en met hulp van ladders en een krik kunnen ze het hele dak in de goede positie “liften”. Tijd om de balk definitief te bevestigen is er niet. Eerst gaan de mannen de rubberen laag op het dak maken, binnen 12 uur gaat het regenen!

Je ziet de laaghangende bewolking al boven de bergtoppen!

Het was een dag werk, maar de rubberen laag zit er op. Af en toe vallen er wat spetters… Het dak is voor zover klaar dus gaan de mannen binnen aan de slag om de zware draagbalk definitief op zijn plek vast te zetten. Een andere buurman smeedde prachtige ijzeren houders om de balk te dragen. De balk past er precies in. Bij het bevestigen van de houders raken ze een elektrische leiding (huh…? waarom zit op deze plaats een elektrische leiding in de dikke muur?!) maar dat mag de pret niet drukken. Het dak is dicht!

De ochtend van 5 juni begon met prachtige kleuren bij zonsopgang maar het veranderde al snel. Er trokken buien over met heel veel regen. Stortbuien. Zóveel regen, dat het in straaltjes langs het kozijn, tussen het kozijn en de muur, en langs binnen- en buitenkant van het raam stroomde. Het ging hard! Het was hollen met handdoeken om alles weer droog te krijgen.

E, de heer des huizes heeft tussen twee stortbuien door een tijdelijke oplossing gemaakt waardoor het hemelwater niet direct aan de buitenkant langs de muur en het raam stroomt want dat was het probleem. Er liggen immers nog geen pannen op het dak die een beetje oversteken over de dakrand.

 

De regen is zo heftig, dat geeft vaak stenen op de weg. Voorzichtig autorijden – maar eigenlijk liever niet – op zulke dagen.

Voor de natuur is het heerlijk, dat frisse regenwater. Op de foto hierboven zie je allerlei smalle witte streepjes op de berghellingen: wilde stroompjes en watervallen die richting lager gelegen delen en de stuwmeren gaan. Zoet water voor de natuur en de mens.

De dag erna wat er weer een strakblauwe lucht en werden er nieuwe boeiboorden gezaagd, en gelakt, gingen de eerste pannen er op en werden randen nauwkeurig aangesmeerd en waterdicht gemaakt.

Binnen, onder het nieuwe dak, blijft alles droog. Ik kan mijn atelier weer inruimen na 10 dagen hard werken van de mannen. En oh wat ben ik dáár blij mee!!

 

 

 

 

 

 

 

Zou het lekker zijn?

Het lukt lang niet altijd maar ik probeer regelmatig met Bas een stukje “vooruit” te lopen als we ´s morgens naar de winkel gaan. Het is dan de koelste tijd van de dag en zo werk ik een beetje aan mijn conditie. En voor Bas is het op zijn oude dag (11 jaar, al zou je hem dat écht niet geven) ook goed. Ik kijk mijn ogen uit onderweg.

Ik zie aparte bloemen, op de zijkant van de vele schijfcactussen. De blaadjes van de bloemen lijken wel van papier en ze bloeien in geel en roze.

 

Daar onder zit een soort dikke knobbel, die later in het jaar van groen naar geel, en daarna roze kleurt. Zodra ze roze kleuren, zijn ze dikker, rijp en superzoet, hebben een beetje de smaak van meloen. Ze groeien overal….. Om ze te kunnen plukken gebruik je een uit de kluiten gewassen houten pincet: de cactus heeft hele grote stekels, maar het cactusfruit zit vol met hele kleine dunne stekeltjes met weerhaakjes. Ze heten officieel Glochiden en die wil je niet in je handen hebben! Als je er toch eentje in je vinger hebt, helpt het om het plekje even te weken met azijn, dan lost het stekeltje een beetje op. Het is dus een stekelig typje waar je voorzichtig mee moet omgaan.

Maar wie haalt het dan in zijn hoofd om er gewoon happen van te nemen? Het zijn geiten die daar regelmatig hun tanden in zetten. Maar die stekels… zou het zó lekker zijn dat ze die stekels voor lief nemen?

 

 

 

Een groot project

Ergens in 2022 was het voor ons vrijwel zeker dat we in dit kleine bergdorpje wilden gaan wonen. Okay, de administratieve molen en papiermassa moest nog in beweging komen, maar de deal was in principe rond. Om de vreugde een beetje te kanaliseren (want dán wil ik van alles gaan doen en kan ik niets omdat we nog geen officiële eigenaar zijn en er nog niet wonen) besloot ik iets creatiefs te gaan maken ´voor het nieuwe huis´….

Het werd een deken, gehaakt in overwegend natuurlijke kleuren….

De kleurtjes waren gebaseerd op de vele groentinten en de meer uitgesproken kleuren van alles wat bloeit. Maar ook hier en daar blauwtinten voor de lucht…. 😉 Het was gewoon een grote zak met kleurige bolletjes garen waar ik mee thuis kwam.

Het huis was na 8 weken officieel van ons – dit bleek in het Spaanse Land supersnel te zijn – en konden we aan de slag! Onze agenda bestond vanaf dat moment hoofdzakelijk uit schoonmaken, de verhuizing (die E, de man des huizes compleet zelf, eigenhandig en in zijn uppie heeft gedaan…), doorbreken van muurtjes (idem), schilderen en inrichten. En ondertussen hielden we de winkel zo goed en zo kwaad als het ging, open. Het waren zware weken…

En eerlijk is eerlijk, in de zomermaanden heeft het werken aan de deken wel een beetje stil gelegen. Met 28+ graden een zware deken op je benen is een beetje té warm… Maar in de minder warme maanden ( oktober – april) werden er dagelijks weer streepjes gehaakt. Zelfs Droppie de kat kon zich er in verbergen.

En dan…. is het klaar. Na 14 maanden hechtte ik de laatste kleur af, werkte losse draadjes weg, haakte ik afsluitend een laatste rand rondom en maakte ik het label Made with ♥. De deken heeft een afmeting van 220 x 260 cm.

Ik heb het strepenpatroon zó gehaakt, dat de ene helft van de deken een “koel” strepenpatroon heeft en de andere helft van de deken een “warm” strepenpatroon. Gewoon, omdat ik het leuk vond 🙂

Klaprozentijd

De dagen lengen, al staat in de ochtend de zon nog laag als ik met Bas wandel. Het geeft een leuke schaduw van een soort uitgerekt mensfiguur.

Nee, ik heb geen rok of jurk aan, gewoon in de zon een beetje manipuleren totdat je een leuk silhouet krijgt 😉

Ik wandel het gehuchtje uit – er is maar één weg, richting zee en ‘grote stad’. Dus de weg gaat een beetje bergaf. Het zoemt en gonst dat het een lieve lust is. Bijen en hommels hebben maar één doel in hun korte leven, van zonsopgang tot zonsondergang op zoek naar het levenselixer: nectar. En dat, die nectar vinden ze hier in overvloed. Ik zie grote roze en witte wolken tegen de berghellingen, de abrikozen- en amandelbomen staan in bloei.

Na 20 minuten keer ik om, in de verte zie ik de zijkant van ons huisje tegen de helling in de zon…

…Adembenemend toch? Die paarse “wolk” in de foto is de palissanderboom in de tuin van de buren. En ja, zó paars is het echt! 

Thuis loop ik even door naar de moestuin. Aan de rand bloeit inmiddels een brede rand klaprozen. Dunne, papierachtige blaadjes en een prachtig hartje. Ze bloeien slechts één dag. Vanavond, als ik weer ga kijken, zullen de blaadjes er al af zijn en staan alleen de groene knoppen waarin het zaad (maanzaad!) zal rijpen.

Ik sta op het terras boven de moestuin en kijk recht in het hart van het rijtje met rode kolen. Ze zijn zo groot als een flinke tennisbal. Nog even en de kolen zullen zich sluiten. Wat een fijne manier om de dag te beginnen!

Prijsknallers

Hier zijn geen prijsknallers zoals Jumbo, AH of Dirk, of de Spaanse versie daarvan. Zelfs geen Lidl of Aldi. Die laatste twee zijn overigens wel op de buureilanden te vinden, maar hier niet. Hier heeft de Spar vrijwel alle supermarkten in handen, al is in de hoofd”stad” een redelijke Hiperdino te vinden. Verder doen we het met lokale winkeltjes en kraampjes. En daarin liggen producten van het seizoen: op dit moment is de witte kool slechts €0,79 per kilo. Het is een groente waarbij je wat creativiteit moet gebruiken maar je kan er veel kanten mee op.

Dus maakte ik afgelopen week – na een gezellig kletspraatje met buurvrouw C die mij een potje atjar tjampoer toeschoof – zélf maar weer eens dit lekkere goedje. Ik was alweer bijna vergeten hoe lekker het is en hoe veelzijdig je het kan gebruiken.

 

Ik wilde 800 gram droog gewogen groenten gebruiken. De halve witte kool woog ruim een kilo. Schutbladeren eraf en met een scherp mesje sneed ik de harde kern eruit. Het was iets meer dan 700 gram. In de koelkast vond ik twee winterwortels (ook die teelt men hier naar hartenlust!), die konden er ook wel bij. Kom je qua witte kool op minder gewicht uit, kan je het aanvullen met wortels, bloemkool of paprika.

Ik waste 8 lege (jam)potjes met schroefdeksel schoon in kokend heet water en liet ze drogen op een schone doek, daarmee zou ik het wel redden schatte ik in. Daarna maakte ik een mengsel van:

  • 500 cc water
  • 500 cc azijn (ik had nog appelazijn staan, zal vast goed zijn)
  • 350 gram suiker
  • 1,5 eetlepel kurkuma

Dit ging allemaal in een pan en bracht ik zachtjes aan de kook. Ondertussen sneed ik met een gekarteld mes de witte kool in flinterdunne reepjes. Ja, het kan ook met een mandoline of schaaf. De wortels raspte ik grof.

In de lege potjes deel ik eerst:

  • 3 peperkorrels
  • een half laurierblad
  • een kwart theelepel karwijzaad
  • mespunt gedroogde dille
  • 1 kruidnagel

Daarbovenop ging de gesneden kool tot een centimeter onder de rand. Ik drukte het stevig aan en vulde op die manier 6 potjes en goot het kokende water/azijn mengsel erin. Dekseltjes erop draaien en even omgekeerd op de theedoek (makkelijke manier om te zien of alle sluitingen ook echt nog werken).

Dan een grote brede pan met lauw water vullen en de warme potjes erin zetten. Aanvullen met water tot alle potjes onder staan en het geheel tot tegen het kookpunt brengen. Na 20 minuten het vuur uit, het water afgieten en de potjes op een theedoek laten afkoelen. Controleer als alles afgekoeld is, of je potjes vacuum zijn. Dit voel je aan het deksel: als je deze nog in kan drukken waardoor het deksel “plopt” dan zijn ze niet vacuüm. Zo’n potje hoef je niet weg te gooien, maar zet je in de koelkast en gebruik je als eerste, binnen een paar dagen.

Natuurlijk kan je voor een paar euro Atjar Tjampoer in de supermarkt kopen. Maar zelf maken is toch veel leuker? En je weet precies wat er in zit!