Tag: Tuin

De Nispero

In Nederland is de vrucht Nispero onbekend.  Misschien kom je ze af en toe bij een toko tegen, of op de markt en worden dan vaak loquat genoemd. Het is een eironde vrucht die qua grootte lijkt op de pruim maar daar houdt de vergelijking ook meteen mee op. Een rijpe nispero heeft een warm gele/oranje kleur. De smaak van nispero´s is friszuur en lijkt een beetje op abrikozen, met de structuur van peer. De nispero heeft veel vitamine C en A en ook lekker wat vezels.

De bomen van deze vrucht zijn heel algemeen en op veel plaatsen te vinden. De bloei is niet spectaculair, ik vind de bloeiwijze nogal rommelig en lomp. Grote dikke stelen en niet al te grote wittige bloemen die alle kanten op gaan. De bloemen (voorlopers van de vrucht) bloeien in de winterperiode maar niet tegelijk. Daardoor zijn de vruchten ook niet allemaal tegelijk rijp en dat is best handig. Op dit moment hangen de bomen overvol met honderden trossen met bijna rijpe nispero´s.

Na het werk (het blijft al veel langer licht!!) loop ik met een emmer een rondje over het land en pluk ik de rijpe exemplaren. De eersten die rijp zijn, hangen vaak aan het uiteinde van de tak, met er achter de iets minder rijpe. Als ik dus de rijpe pluk, is er weer meer zon om de anderen verder te laten rijpen. En zo kan ik een paar weken lang elke avond een rondje lopen en oogsten…..

Omdat nispero´s erg kwetsbaar zijn en snel beurs worden, is het het handigste om ze meteen te eten of te verwerken. Dus sta ik na het rondje-met-de-emmer in de keuken te rommelen. De nispero´s verdwijnen in de vriezer, in jam, sap en puree……

 

Zakjes vouwen

Mijn atelier ligt iets lager dan de rest van het huis en heeft twee ramen met hele brede vensterbanken. Je kan er met gemak in gaan zitten. Het ene raam geeft zicht op het zuiden. Je kijkt over het smalle diepe dal naar de bergen die aan de overkant omhoog rijzen. Een poosje zitten en kijken en je ziet op de onmogelijkste plekken opeens een geitje lopen, of een groepje wittige stipjes: de schapen van de benedenbuurman. Zo´n poosje koekeloeren is heerlijk ontspannen – ik doe het te weinig – en het verveeld nooit!

De andere vensterbank kijkt uit naar het oosten, met de mooiste zonsopgang en zicht op het terras. De vensterbank is op dezelfde hoogte als het het terras. Vóór die vensterbank staat mijn werktafel – het licht wat op de tafel valt is zacht, met nog weinig direct (fel) zonlicht. Eerst stond er alleen een lidcactus maar ook jonge plantjes en zaaigoed doen het met dat zachte licht goed. Het resultaat is een vensterbank met kleine bakjes en waarbij het steeds voller wordt. Ik zaaide in lege eierdozen, maar bij gebrek daaraan vouw ik repen krantenpapier tot kleine zakjes, die ik daarna vulde met potaarde.

Straks als het zaaigoed groot genoeg is, hoef ik het niet uit een bakje te peuteren/trekken maar kan het met papieren zakje zó de aarde in. Het papier lost in een paar weken vanzelf op.

Elke dag wordt het voller…. er staan terwijl ik dit schrijf al weer drie bakken bij.

Ik zaaide boerenkool, spruitjes, trostomaten, cherrytomaatjes en koriander en stopte de pitten van een zoete meloen in potjes. En dan bedenk ik me, dat voorzaaien niet verkeerd is, maar dat ik dat helemaal niet binnen hoef te doen! Binnen voorzaaien doe je om een voorsprong te krijgen op de groei, als het buiten nog vriest of veel te koud is. Maar dat speelt hier helemaal niet!

 

Krantenpapier, maar ook de eenvoudige bruine papieren zakjes van een broodje zijn heel geschikt!

De temperaturen zijn voor zaaigoed hier prima te doen, zowel overdag als ´s nachts.
Dus hup! Deuren open en alles op een beschut plekje naar buiten. Daar is veel meer ruimte!

Kan ik nog gauw wat extra zakjes vouwen…..

 

Ruilhandel

In ons kleine gehuchtje tegen de berg organiseerde een groep vrouwen een paar jaar geleden een levendige ruilhandel van groenten, fruit en allerlei andere zaken. Er werd al snel een speciale groep via de telefoon gemaakt om met elkaar in contact te komen. “Even” bij elkaar langs lopen is hier toch iets anders dan in Nederland waarbij je in dezelfde straat of eenzelfde huizenblok woont. Hier worden de huizen verbonden met uit steen gehouwen trappen en is het vrijwel altijd klimmen en dalen om naar je buren te gaan. En als de buurvrouw dan niet thuis blijken te zijn….

De ruilgroep bleek een succes: inmiddels bestaat de groep uit meer dan 50 (voornamelijk) vrouwen, verspreid over het eiland. Het ruilen (en delen) gaat over heel uiteenlopende dingen. Het kan gaan om het tijdelijk lenen van een autozitje voor een kleinkind, tot de vraag of iemand plek heeft voor een jong geitje. Overtollig klein huisraad en kleding krijgen een nieuwe bestemming en vaak wordt er geruild met zaden, jonge plantjes of de opbrengst uit de (moes)tuin. Je kan vragen naar speciale planten, kruiden of gewassen of je wacht af wat de ander heeft te bieden aan gewassen of zaden.

In eerste instantie las ik alleen mee en zag ik al snel dat vrijwel alles een nieuwe bestemming of eigenaar kreeg. Er zijn altijd gezinnen met kinderen die uit kleding gegroeid zijn, waar kinderen uit een ander gezin weer precies in kunnen groeien. De levensstandaard is hier een stuk lager dan in Nederland en wat voor de één niet meer van toepassing is, kan voor de ander dé oplossing zijn.

Na een flinke opruimronde zat ik met een aantal zaken die veel te goed waren voor de container en werd ik actief in de ruilgroep. Ik ruilde een zak houten kledinghangers tegen tijmplantjes en te grote kledingstukken tegen onder andere Basilicum, Rozemarijn, Marjoraan en uienplantjes. Langzaamaan verdween mijn grote berg “overtollig” en kreeg mijn kruidentuin vorm. Vorige week zette ik een zelf gehaakte omslagdoek in de groep. Een reactie kwam al snel. Wilde ik die ruilen voor Acelgas?

Acelgas staat in Nederland beter bekend als snijbiet. Een oude groente die in Nederland in de vergetelheid is geraakt maar hier nog volop gekweekt en gegeten wordt. Het is een grootbladige plant die door blijft groeien, als je maar steeds de buitenste bladeren wegsnijdt. Ze doen het goed in de volle grond maar zijn ook heel goed te kweken in een grote emmer of speciekuip. Het is geen moeilijke groente en zijn niet gevoelig voor ziekten. Ideaal om eens te proberen, dus ik wilde wel ruilen: ik kreeg een doos vol met deze 40 cm hoge planten. Het had wel wat weg van Paksoi, maar dan wat donkerder groen.

Ik sneed vrijwel alle bladeren van de struiken af en zette de gekortwiekte plantjes in de moestuin. Die groeien in een paar weken weer uit tot grote planten die hun bladeren weer gul zullen geven. De bladeren met stelen sneed ik in reepjes en roerbakte ze met champignons, een uitje, knoflook en peper en zout. Simpel, snel en makkelijk! Snijbiet is rijk aan ijzer, vitamine C, B en Kalium. en dat zijn stofjes die we in deze wintermaanden heel goed kunnen gebruiken!

 

 

 

Winterkoninkjes?

24 januari en we hebben de eerste aardbeien van het jaar geplukt!

Groot en superzoet!

 

Zeven bakken vol met aardbeienplantjes. Een belofte voor de rest voor het jaar. En kijk eens naar al die bloemetjes – aardbeien in wording!

Maar ja, verse, zoete aardbeien in januari….. noem je dat nou zomer- of winterkoninkjes?

 

 

 

 

 

Net op tijd

Twee dagen geleden zette ik in de middag alle kleine plantjes die ik had in de grond. Net op tijd want zo tegen zes uur viel de eerste regenbui. Een mooi mild buitje – dat scheelde weer water geven!

In de avond werden het serieuze buien. Ondanks de grote inspanningen in oktober 2022, toen storm Hermine over ons heen raasde, is de lekkage nog niet helemaal opgelost. Gelukkig lekt het alleen als er een heel zware bui over trekt en die hebben we echt niet vaak. Maar uit voorzorg staat er, tot het dak gerepareerd kan worden in het voorjaar, een grote plastic bak onder de plek des onheils want voorkomen is beter dan genezen. Of in dit geval: voorkomen is beter dan dweilen.

Die bak om het water op te vangen was deze keer helaas écht nodig, er viel heel veel water in korte tijd. Het is water wat zeer welkom is, het eiland is afhankelijk van zoet hemelwater. We hebben geen ontziltingsinstallatie op het eiland om van zeewater, zoet water te maken. Maar het nu wel heel hard: over alle trappen en straten stroomde het water naar beneden en al snel hoorden we overal water ruisen. Dat klinkt altijd als muziek in onze oren: overal ontstaan kleine en grote watervallen met heerlijk zoet water wat opgevangen wordt in drie stuwmeren hier niet ver vandaan.

Vlak onder ons huis een spontane waterval. 

Nog een aanvulling op het voorgaande bericht over wat ik allemaal zaaide: het zijn geen kievitsbonen te zijn die ik heb gekregen, maar Italiaanse Borlotti bonen. Ook bonen, dus qua smaak zal het niet heel veel afwijken denk ik. Maar kijk eens op de foto hierboven… wat een prachtige kleine streepjes op een roomblanke achtergrond!

Ze liggen nu veilig in de grond en wachten net als de rest, op de zon. De weersverwachtingen zijn goed, de aankomende dagen wordt er steeds meer zon en vrijwel geen regen meer verwacht.

 

Baby plantjes

Het afgelopen weekend hebben we ons door het onkruid heen geploeterd en de grond doorgewerkt zodat het zacht werd. Klaar voor de baby plantjes!

Ik kocht 12 pootaardappelen ‘Picasso’ en het volgende aan kleine baby plantjes:

20 x prei

10 x bloemkool

10 x tomaten

10 x paprika

Ik pootte het van rechts naar links, omdat het land aan de rechterkant al klaar is en ik zo steeds een stukje aan de linkerkant verder kan uitbreiden.

De volgorde van planten deed ik ook van rechts naar links, op basis van wisselteelt. Elke plant neemt specifieke mineralen en voedingsstoffen op. Op deze bepaalde manier de groenten planten, zorgt dat de planten elkaar helpen en bevorderen met de groei. Ik pootte van rechts naar links:

Aardappelen / knoflook / paprika /tomaten /prei /bloemkool

Als ik na de oogst opnieuw ga zaaien/poten, schuiven alle groenten  één “bed” op naar rechts. Hierdoor nemen de planten in het nieuwe bed precies de goede voedingsstoffen op die de voorganger heeft aangevuld of heeft opgenomen. Wisselteelt dus.

Ondertussen was de tamtam in de buurt ook actief en kreeg ik uien, sla en rode kool toegestopt. Miniplantjes die meteen een plekje kregen in de tussenliggende bedden. Ook kreeg ik bonen. Geen bruine of witte, maar gemarmerd. Gele, groene en bruine streepjes en kringeltjes op een crème ondergrond: Kievitsbonen!

Het staat allemaal met de voetjes in de grond. E, de heer des huizes, kapte verderop, dieper in de vallei, lange bamboestokken van meer dan vier meter lang. Hij korte ze in en maakte precies op maat een rekwerk waar de tomaten en paprika’s tegenaan kunnen groeien met behulp van draden. De kievitsbonen zijn laagblijvers, die hebben geen rekwerk nodig.

Nu is het water geven en een heerlijk voorjaarszonnetje.

Alles in de grond. Groeien maar!

 

 

 

 

 

 

 

 

Eten van eigen land

Opeens kan het snel gaan. In mijn vorige blog schreef ik over groenten en fruit uit eigen tuin. Nu, een paar dagen later, hebben we er opeens een stukje land bij voor groenten en fruit. Maar daar hoort wel een beetje uitleg bij….

De vallei in de bergen waar ons huisje staat is al meer dan 300 jaar bewoond. Ons huisje is één van de oudste huisjes. Om ons heen liggen nog acht andere huisjes, allemaal op verschillende hoogte. Om elk huisje liggen lapjes land, gescheiden door muurtjes en op verschillende hoogtes. Allemaal bedoeld voor de landbouw en eigen gebruik. Het hele eiland heeft op deze manier terrassen die ooit goed gebruikt werden.

De terrassen voor landbouw in een hoger gelegen deel van het eiland. Het is soms een hele klim om er te komen. Sommige terrassen worden niet meer gebruikt en/of de muurtjes worden niet goed onderhouden en storten in – zie midden van de foto. Foto: @Gettivity

 

Terrassen rondom een lager gelegen dorp. Doordat de terrassen trapsgewijs liggen moet je vaak eerst over andermans land en is werken met een kleine tractor uitgesloten. Foto: @iStock

Vroeger had bijna iedereen één of meerdere lapjes grond voor eigen voorziening van groenten en fruit. Door het vertrek naar “de stad” of een ander eiland bleven veel landjes leeg. Er kwamen supermarkten in vrijwel elk dorpje, die het leven makkelijker maakten: bergen groenten en fruit waar je niets voor hoefde te doen dan je portemonnee te trekken. En zoals zo vaak koos de mens voor het makkelijke. Sommige landjes werden daardoor verkocht aan hen die achterbleven in het dorpje, er wordt tot op de dag van vandaag nog groenten of fruit op verbouwd. Andere landjes werden aan hun lot overgelaten en raakten in verval. Ook hier rondom ons gehuchtje zijn deze vervallen landjes te vinden.

Als je de natuur zijn gang laat gaan, laat ze niets onbedekt. Een dikke isolerende deken van gras, blauwe winde en Luzerne beschermd op de vervallen landjes de vruchtbare vulkanische grond. Eén van die landjes met zo´n dikke groene deken ligt achter ons huis. Het is ongeveer 3 x 15 meter groot. We mogen het gebruiken voor de verbouw van groenten en fruit zolang de eigenaar – die er slechts 3x per jaar 3 weken is – nog niet weet wat hij ermee gaat doen.

Gisteren hebben we op een gedeelte van 6 x 3 meter het kniehoge onkruid weggehaald en maakte ik geulen met de handploeg. Klaar om te zaaien en te planten!